Aartsbisdom > Nieuws > Drie Utrechtse bisschoppen bij Stille Omgang

Drie Utrechtse bisschoppen bij Stille Omgang

Enkele duizenden mensen uit heel Nederland liepen in de nacht van 16 op 17 maart de Stille Omgang door het stadscentrum van Amsterdam. Voor of na deze bidtocht woonden de pelgrims één van de Eucharistievieringen bij in één van de zeven binnenstadskerken. Kardinaal Eijk was hoofdcelebrant tijdens twee vieringen in de Begijnhofkapel. Mgr. Woorts vierde in de Onze Lieve Vrouwekerk aan de Keizersgracht om 23.30 uur met de groep uit Utrecht en omstreken de Mis, mgr. Hoogenboom vierde de Eucharistie in de Krijtberg.

De Stille Omgang volgt de route die de pastoor van de Oude Kerk in 1345 liep, nadat hij getuige was geweest van een eucharistisch wonder dat aan een zieke geschiedde: het Mirakel van Amsterdam. In de Mozes en Aäronkerk aan het Waterlooplein werd ook dit jaar een jongerenprogramma (15-30 jaar) georganiseerd, met dit keer als thema ‘Vreugde’. Ook jongeren uit het Aartsbisdom Utrecht namen hieraan deel. In het eerste gedeelte van de avond was er een gezamenlijk programma met verdieping en muziek. Daarna waren er diverse deelprogramma’s, aan het eind van de avond werd de Eucharistie gevierd met mgr. Punt als hoofdcelebrant, waarna ook de jongeren de Stille Omgang liepen.


Pater Johannes Pio spreekt tijdens het jongerenprogramma over de Stille Omgang
(foto: Wim Koopman)

 
Links: Begijnhofkapel vlak voor Mis met kardinaal Eijk, rechts: de Krijtberg gaat uit
na de Mis met mgr. Hoogenboom

Kardinaal Eijk preekte over “onze vader Abraham” – onze stamvader. “Alle Joden stammen immers van Abraham af en wij christenen zijn de erfgenamen van de Joden. Je zou zeggen: zo’n vader in het geloof is natuurlijk een voorbeeld en een voortrekker op het gebied van het geloof; zo iemand wiens geloof geen seconde wankelt en die geen enkele twijfel kent. Zo iemand aan wie wij gewone gelovigen met onze twijfels en misstappen ons in de verste verte niet kunnen spiegelen. Maar dat ligt toch echt anders. Onze stamvader in het geloof kent wel degelijk de donkere nacht van het geloof, die momenten van twijfel waarop alles duister lijkt. God had Abraham beloofd dat hij een zoon zou krijgen en vader zou worden van een ontelbaar groot volk, van de Joden en via hen ook van ons. Maar zijn vrouw is al in de menopauze. En Abraham zelf heeft ook zijn beste tijd gehad. Hij kan zich niet voorstellen hoe hij nog vader zal worden. Daarom vraagt hij God om hem een teken te geven.”
Dat doet God, waardoor Abraham van zijn geloofstwijfels wordt bevrijd. Kardinaal Eijk: “Gebeurde dat maar vaker, dat de hemel eventjes opengaat en Gods licht de donkere nachten in ons geloofsleven verdrijft. Maar dat gebeurt ook daadwerkelijk. U zag het gebeuren in het Evangelie. Jezus laat zich op de berg Tabor een moment in Zijn hemels licht zien, zoals Hij zal zijn na Zijn verrijzenis met Pasen.” En ook bij ons gebeurt dat, benadrukte de Utrechtse aartsbisschop. “Hier, in deze Eucharistieviering gaat de hemel voor ons open. In de lezingen horen we Gods Woord. En datzelfde Woord van God komt midden onder ons onder de gedaanten van brood en wijn in Zijn lijden, kruisdood en verrijzenis.”

 
(Foto’s Wim Koopman)

Kardinaal Eijk: “In een gure en koude voorjaarsnacht van het jaar 1345 ging in de Kalverstraat, in het huis van een stervende, de hemel ook open en wel op een heel bijzondere manier, toen hij de laatste sacramenten ontving. Het Licht van God dat toen in die ziekenkamer scheen, straalt eeuwen later ook nog op ons af, wanneer we aan de Stille Omgang deelnemen. […] Met het Mirakel van Amsterdam wil God ons sterken in ons geloof dat Christus, Zijn mens geworden Zoon, werkelijk in de Eucharistie aanwezig is en dat daardoor de hemel voor ons opengaat. Dat wat voor mensen onmogelijk is, mogelijk wordt. Dat onze diepste duisternis door Gods licht kan worden verdreven. Maar het Mirakel van Amsterdam herinnert ons tevens aan onze plicht zieken en stervenden de biecht, de ziekenzalving en de communie aan te bieden opdat God ook de nacht van ziekte en sterven mag verlichten met Zijn brandende fakkel, dat wil zeggen het licht van de Verrezen Heer.”

Klik hier voor de preek van kardinaal Eijk