Kardinaal Eijk heeft per 1 november 2012 (Allerheiligen) besloten tot de oprichting van een diocesane werkgroep bedevaarten. Deze zal functioneren onder voorzitterschap van hulpbisschop H. Woorts (bisschoppelijk vicaris voor bedevaarten). De nieuwe werkgroep heeft onder meer als taak “het belang van bedevaarten als voeding en verrijking van katholiek en kerkelijk leven” voor afzonderlijke personen en groepen onder de aandacht te brengen, zo meldt het oprichtingsdecreet.

Een andere doelstelling van de werkgroep bedevaarten is “priesters, diakens, pastoraal werk(st)ers en parochianen stimuleren om afzonderlijk of met elkaar op bedevaart te gaan naar de door de Kerk erkende bedevaartplaatsen.” Daarnaast is een taak “bedevaarten en voorbereidende vieringen en bijeenkomsten te organiseren in goede samenwerking met de vicariaatscoördinatoren en de vrijwilligers en leden van pastorale teams die in hun geloofsgemeenschappen in het bijzonder contactpersoon zijn voor bedevaarten.”

‘Armzalig menselijk gebeente’
Bedevaarten en pelgrimages hebben oude papieren, zo benadrukt kardinaal Eijk in het decreet. Zo had het Joodse volk tot de verwoesting van de tempel in het jaar 70 de gewoonte om naar Jeruzalem te pelgrimeren ter gelegenheid van het Paasfeest, het Wekenfeest en het Loofhuttenfeest. Ook Jozef en Maria trokken jaarlijks bij gelegenheid van het Paasfeest als pelgrims naar Jeruzalem en Jezus nam als 12-jarige met Jozef en Maria deel aan de bedevaart naar Jeruzalem.
“Sinds de 4de eeuw bestaat in de Kerk de gewoonte van de pelgrimage naar het Heilig Land,” aldus kardinaal Eijk. Sinds de 6de eeuw verbreidden zich daarnaast bedevaarten naar andere plaatsen. “Sinds enkele decennia mogen bedevaarten zich opnieuw verheugen in een warme belangstelling en worden zij als uitdrukking van en als stimulans voor het geloof gewaardeerd.” In het Aartsbisdom Utrecht zijn bedevaarten van oudsher geliefd, zo stelt kardinaal Eijk vast, en “het Aartsbisdom Utrecht heeft door de diocesane bedevaarten naar Lourdes de waarde van bedevaarten opnieuw sterk ervaren.”
Ook merkt kardinaal Eijk op dat “de Kerk ons uitnodigt om de relieken van martelaren en heiligen te vereren, omdat hun relieken hoewel ze ‘slechts armzalig menselijk gebeente’ zijn, ‘tekenen zijn van die onzichtbare doch werkelijke aanwezigheid, die de duisternis van de wereld verlicht, waardoor het Rijk van God, dat in ons is, zichtbaar wordt gemaakt.’ Bedevaarten kunnen pelgrims dichter bij Christus brengen en bijdragen aan een grotere gemeenschapszin onder de gelovigen.”

Openingsmis bisdombedevaart naar Lourdes 2012