Aartsbisdom > Nieuws > Dag van het Jodendom over lev in synagoge Arnhem

Dag van het Jodendom over lev in synagoge Arnhem

Ruim honderd deelnemers uit het Aartsbisdom Utrecht kwamen op 17 januari naar de historische synagoge van Arnhem voor een bijeenkomst in het kader van de Dag van het Jodendom. Na een welkomstwoord door voorzitter David Simon van de synagoge spraken burgemeester Ahmed Marcouch, opperrabbijn Binyomin Jacobs en de aartsbisschop van Utrecht kardinaal Eijk. Tussen de inleidingen zong professioneel chazan (Joodse cantor) Sacha van Ravenswade Joodse liederen.

Onder aanwezigen waren ook mgr. Woorts (bisschop-referent Kerk en Jodendom), leden van de diocesane Werkgroep Kerk en Jodendom, leden van pastorale teams, parochianen uit Arnhem en gemeenteleden van de Arnhemse synagoge alsook van andere Joodse gemeenschappen zoals Dieren. Elk jaar wordt in de R.-K. Kerk – onder andere in Nederland – de Dag van het Jodendom gehouden. Mgr. Woorts: “Deze dag is bedoeld om ons te verdiepen in de Joodse wortels van ons katholiek geloof alsook om Joden te ontmoeten, van hen te leren en elkaar te verrijken.” Voor 2024 was gekozen voor het thema Lef. Dit woord komt uit het Jiddisch en is afgeleid van het Hebreeuwse lev wat hart betekent. Wij associëren lef met moed. Het vraagt moed om voor een ander in verdrukking op te komen.

Voorzitter David Simon zei in zijn welkomstwoord dat “het welkomstgezang ‘Baroech Haba’ waarmee we zojuist begonnen, ook wordt gezongen bij een Joodse bruiloft in de sjoel. Het is dus feestelijk. Zo voelt het ook nu, wij hier bijeen, mensen van drie godsdiensten.” Hij verwees daarmee naar de aanwezige Joden, katholieken en de moslimburgemeester. Simon: “Dit is uniek en saamhorig”. Hij ging tevens in op wat op de gevel van de synagoge staat: dat dit een huis is van gebed voor alle volkeren. En een plek van educatie voor vele bezoekers. “Educatie, kennis helpt tegen onze grootste vijand: de blinde haat,” zo benadrukte hij.

Burgemeester Marcouch sprak over “onze synagoge” en was dankbaar voor de uitnodiging. Hij benadrukte het belang van “oprecht nieuwsgiering zijn naar elkaar”. Hij herinnerde zijn jeugd als Marokkaans moslimjongetje op een christelijke school. Hij hield de aanwezigen voor dat we onze democratie moeten koesteren en beschermen en deed een oproep tot een verbod op de verbranding van heilige boeken – van welk geloof ook. Nu was het een Koran in Arnhem, maar het kan ook een Thorarol zijn of een Bijbel.
Opperrabbijn Jacobs benadrukte dat we vooral moeten kijken naar wat we gemeen hebben, naar waar we elkaar kunnen vinden. Hij ging onder andere in op Jozef, onderkoning van Egypte die trouw bleef aan zijn eigen identiteit maar wel in de samenleving. Verder riep hij op het lef te hebben, de moed om niet mee te lopen met “de kudde” die de “verkeerde richting opgaat”. Hij vroeg ook uitdrukkelijk aandacht voor het antisemitisme.

Kardinaal Eijk constateerde in zijn toespraak met dankbaarheid dat “tussen Joden en Rooms-Katholieken in ons land meer en meer vriendschappelijke banden zijn gegroeid, zowel op persoonlijk als op institutioneel vlak.” Die banden zijn volgens hem wereldwijd zeker vanaf 1965 gaan groeien: “Het jaar waarin het Tweede Vaticaans Concilie de verklaring ‘Nostra aetate’ het licht deed zien. Deze verklaring gaat over de verhouding van de Rooms-Katholieke Kerk ten opzichte van niet-christelijke godsdiensten. Met oprechte eerbied spreekt het Concilie in het bijzonder over joden en moslims, met wie wij christenen de ene God, Schepper van alle mensen, aanbidden.”
In zijn toespraak gaf kardinaal Eijk meerdere voorbeelden van getoonde lev (moed): “Lev was in ons land en in andere Europese landen vooral nodig om tijdens de Shoah te protesteren tegen de deportatie van Joden en hen onderduikadressen te bezorgen of onderdak te bieden zodat zij aan internering in een concentratiekamp en een gewisse dood konden ontkomen.” Hij noemde aartsbisschop De Jong, die tijdens de Tweede Wereldoorlog een leidende persoon was in het verzet van katholieken tegen de rassenideologie en de deportatie van Joden “en dit deed ondanks grote risico’s voor zichzelf.” Kardinaal Eijk: “Nog zwaarder was voor hem het besef dat anderen weleens ‘de prijs zouden moeten betalen’ voor zijn openlijke protest en verzet, omdat de Nazi’s hemzelf als aartsbisschop niet durfden aan te pakken.” En dat gebeurde, zo bleek uit enkele voorbeelden die kardinaal Eijk gaf.

Kardinaal Eijk noemde ook de grote moed van het katholieke echtpaar Józef en Wictoria Ulma en hun zeven kinderen, woonachtig in het dorp Markova in Polen. Zij lieten de Joodse familie Goldman, die uit acht leden bestond, onderduiken maar werden verraden. Zij werden samen met dit Joodse gezin op gruwelijke wijze vermoord.
Kardinaal Eijk belichtte echter ook de andere kant: “Het indrukwekkende voorbeeld van zowel kardinaal De Jong alsook de familie Ulma en andere christenen neemt echter niet weg dat de meerderheid van de Europese katholieken achterover leunde of het lef niet had om hun Joodse landgenoten te redden. Een erger schandvlek was nog dat er ook katholieken, zelfs praktiserende katholieken, lid waren van de SS of anderszins actief betrokken waren bij de deportatie van Joodse landgenoten en de Shoah. We kunnen ook niet voorbijgaan aan het pijnlijke feit dat christelijke ambtsdragers vóór de Tweede Wereldoorlog in hun prediking niet zelden aan de verspreiding van het antisemitisme hebben bijgedragen.”
Het is volgens kardinaal Eijk “te danken aan de doortastendheid en grootmoedigheid, zeg maar aan het lev, van paus Johannes XXIII en de inzet van bisschoppen en hun adviseurs op het Tweede Vaticaans Concilie dat een doorbraak ten positieve in de relatie tussen Joden en katholieken tot stand kwam.”

Kardinaal Eijk stond tevens stil bij het toenemend antisemitisme: “Uw synagogen, scholen en andere gebouwen moeten extra beveiligd worden, zoals ook op dit moment met deze sjoel gebeurt met het oog op onze bijeenkomst. Het verontrust ons intens en is een oorzaak van diep verdriet te moeten constateren dat het antisemitisme overal in de wereld, ook in ons land, sterk is toegenomen als gevolg van de vreselijke oorlog tussen Israël en Hamas, die volgde op de laffe en wrede terreuraanslag op de Israëlische bevolking door Hamas op 7 oktober vorig jaar. Het vergt lev van christenen in de zin van liefde voor hun Joodse broeders en zusters en moed om antisemitisme tegen te gaan, zeker in de eigen kring waar het helaas hier en daar ook waarneembaar is. … Een bijeenkomst als deze is, zo hoop ik van harte, een teken van bemoediging, zeker voor u, onze Joodse broeders en zusters. U kunt verzekerd zijn van ons gebed voor u.”

De kardinaal schonk de synagoge een symbolisch cadeau: een Tien Geboden plant. “Maar omdat deze klein is, hebben we gemeend er twee mee te moeten nemen” – ook omdat de Tien geboden gegrift waren in twee platen. Voorzitter Simon gaf nog een historisch overzicht van de Joden in Arnhem en Gelderland, vanaf de 13de eeuw tot heden. Eeuwenlang was dat een situatie van grotendeels gedoogd worden, van achterstelling of van vervolging. De bouwtijd van deze sjoel (1853) was een tijd van groei. Maar dat eindigde abrupt met de Tweede Wereldoorlog en de shoah. De kostbaarheden uit de Sjoel konden verborgen worden.
“Als Joden tellen we niet meer de doden maar de (over)levenden,” aldus Simon. In 1990 telde deze Joodse gemeente van Arnhem nog 70 “zielen”, nu nog maar 38. Simons: “Helaas is onze corebusiness de Joodse begraafplaats.” Dat is volgens hem een grote zorg, “wat gebeurt er met deze prachtige synagoge als de laatste zijn ogen sluit? Maar we zijn er nog steeds.”
Aan het eind van de bijeenkomst konden de aanwezigen de synagoge bezichtigen. Ook werd de Heilige Ark geopend en kon iedereen de Thorarollen en het zilver erop/eraan bewonderen.

Klik hier voor de toespraak van kardinaal Eijk

Tags: