De Chrismamis van het Aartsbisdom Utrecht vond op 31 maart plaats in de kerk van Onze Lieve Vrouw Tenhemelopneming te Apeldoorn. Aartsbisschop Eijk ging voor in de viering, waarbij ook de hulpbisschoppen Hoogenboom en Woorts, emeritus hulpbisschop De Kok, vicaris Cornelissen en tientallen priesters aanwezig waren. Mgr. Eijk zegende in de viering de ziekenolie en de olie voor de geloofsleerlingen en wijdde het chrisma. Vertegenwoordigers uit de parochies namen na afloop de oliën mee. Ook kregen zij een boodschap van mgr. Eijk mee, om in hun parochie te verspreiden. Hierin stond mgr. Eijk onder meer stil bij de crisis die de Kerk momenteel doormaakt, als gevolg van het nieuws over het seksueel misbruik.

In zijn welkomstwoord zei aartsbisschop Eijk dat “dit jaar het klimaat waarin wij de Chrismamis vieren en over enkele dagen Pasen, anders is dan andere jaren. De wijze waarop wij als Kerk de laatste weken in het nieuws komen en wat aan het licht is gekomen, raakt ons allen zeer diep. We worden erop aangesproken, het kan ons niet onberoerd laten. Het geeft velen een gevoel van onmacht en schaamte.”
Mgr. Eijk citeerde een passage uit zijn brief: “De Kerk heeft een goddelijke en een menselijke kant. Wij mensen kunnen lelijk falen. In de Chrismamis worden de Oliën gewijd die in het volgende jaar bij de bediening van een aantal sacramenten in ons aartsbisdom zullen worden gebruikt. De zalving met olie staat voor de overdracht van de kracht van de Heilige Geest. Laat het voor ons een bemoediging zijn te beseffen dat de Heilige Geest in onze Kerk aanwezig is en blijft ondanks ons falen. Als wij ons vertrouwen stellen op de leiding van de Heilige Geest en wij van onze menselijke kant bereid zijn om eerlijk schuld te erkennen en maatregelen te nemen om naar vermogen onrecht te herstellen en in de toekomst te voorkomen, kan de moeilijke periode die we doormaken ook een periode van uitzuivering zijn.” De volledige tekst van deze brief is hier te lezen.

‘Kluisdeur’
Deze Chrismawijding vindt plaats in de Goede Week, memoreerde mgr. Eijk in zijn preek, “omdat de bron van alle sacramenten het lijden, sterven en verrijzen van Jezus is.” “Dit wordt herdacht en gevierd in het Paastriduüm, de drie heilige dagen: Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Pasen.”
Aartsbisschop Eijk betreurt het dat niet alle christenen van de betekenis van de oliewijding in samenhang met deze drie kerkelijke hoogtepunten jaar doordrongen zijn, en illustreerde dat met een anekdote: “Zeker niet die man, die het overgebleven chrisma na één jaar niet verbrand had, maar gebruikte om de scharnieren van kluisdeur in de sacristie te smeren, want die piepte zo hinderlijk bij open en dichtdoen…”
De Oliewijding is tot op zekere hoogte vergelijkbaar met de Eucharistie, zo zegt de kerkvader Cyrillus van Jeruzalem. Het Brood wordt Lichaam van Christus en is dan geen brood meer. “Iets vergelijkbaars gebeurt bij de oliewijding: olie blijft wel olie, maar is geen gewone eenvoudige olie meer. Er is weliswaar geen persoonlijke tegenwoordigheid van Christus in de oliën, maar wel een zekere tegenwoordigheid door de genade, kracht van God, die door middel van de oliën in diverse sacramenten worden overgedragen – de overdracht van de gaven van de Heilige Geest.” In de woorden van Cyrillus van Jeruzalem: “Met aardse olie wordt het lichaam gezalfd, met de heilige, levenbrengende Geest wordt de ziel geheiligd.” Dat komt ook tot uitdrukking in de wijdingsgebeden van de ziekenolie, de olie voor geloofsleerlingen en het Chrisma.

‘Jaar van de Priester’
Aartsbisschop Eijk: “De zalving met chrisma, eigenlijk met de Heilige Geest, heeft tot doel dat wij gelijkvormig worden aan Christus, wat de ‘Gezalfde’ betekent. Wij allen evenals Jezus gezalfd met de Heilige Geest in het doopsel en het vormsel en daardoor delen we in Zijn missie om armen de Blijde Boodschap te brengen, licht aan blinden, vrijheid aan verdrukten. Door zalving met chrisma maakt de Heilige Geest ons gelijkvormig met Christus, door het doopsel en vormsel worden wij zo volgelingen van Jezus.”
Ook stond mgr. Eijk stil bij het huidige ‘Jaar van de Priester’. Daar in is er speciale aandacht voor de priesters, “die door de Heilige Geest op bijzondere manier gelijkvormig worden gemaakt aan Christus, zodat zij Hem als Hoofd van de Kerk, als priester, leraar en herder kunnen vertegenwoordigen onder Zijn volgelingen. Dit staat ook te lezen in de brief die ik vandaag over het priesterschap publiceer binnen het kader van het Jaar van de Priester. Na afloop krijgt u ook hiervan een exemplaar mee.” Voor de volledige tekst, klik hier.

‘Eerbied’
“Als we de kracht beseffen die God ons in de sacramenten door de nu gewijde oliën schenkt, dan kunnen we niet anders van met eerbied en respect met deze oliën omgaan,” benadrukte mgr. Eijk tot slot. “Hoe? Door ze te bewaren in waardige ampullen en door de rest van oliën die na een jaar overblijven, te verbranden. Maar vooral betonen we eerbied voor deze oliën door de plek die we de Heilige Geest gunnen in ons hart. Hem ontvangen we immers in de sacramenten mede door de oliën. Hoe ruimer de plaats is die de Heilige Geest in ons innerlijk heeft – en dat hangt af van onze wil – hoe meer de gelijkvormigheid met Jezus overeenkomstig onze levensstaat tot zijn recht zal komen en wij intenser in Zijn zending zullen delen.”