Broederschap op bedevaart naar Kevelaer
De 260ste bedevaart naar Kevelaer van de Broederschap van Onze Lieve Vrouw van Kevelaer, afdeling Amersfoort en Omstreken en ’t Gooi, vond plaats op maandag 26 en dinsdag 27 juli. Dat de deelname aan deze bedevaart de grenzen van het aartsbisdom overschrijdt, heeft te maken met het feit dat ’t Gooi tot 1956 bij het Aartsbisdom Utrecht behoorde. Sindsdien valt het onder het bisdom Haarlem-Amsterdam.
De vier jongeren die deelnamen aan de fietsbedevaart waren zondag 25 juli al naar Kevelaer gegaan. Zij vertrokken vanaf de Lourdesgrot bij de dorpskerk in Amersfoort, nadat pastor Roderick Vonhögen hen de reiszegen gegeven had. Een uitgebreid reisverslag is te vinden op Yougle.
De meeste pelgrims kwamen echter met bussen, zeven in totaal. Ook waren er deelnemers die op eigen gelegenheid waren gekomen. In totaal waren er een kleine 350 pelgrims.
Op 26 juli begon om 13.30 uur de processie waarin het beeld van Maria en vaandels werden meegedragen naar de basiliek. Hier vond een kort lof plaats met een welkomstwoord van pastoor J. de Froe, de geestelijk directeur van de Broederschap van Kevelaer OLV Amersfoort en Omstreken. De bedevaart werd voortgezet met het bidden van de kruisweg en een meditatie door pastoraal werker J. van Osch. Om 19.30 uur was er een plechtige Eucharistieviering waarin mgr. Eijk, de aartsbisschop van Utrecht, de hoofdcelebrant was. Aan het einde van de viering werden een aantal jubilarissen in het zonnetje gezet. De dag werd afgesloten met een lichtprocessie naar de Genadekapel op het plein voor de basiliek. Na afloop had de aartsbisschop een geanimeerd gesprek over geloofsvragen met de jonge deelnemers aan de bedevaart in Hotel Im Goldenen Apfel.
Mgr. Eijk vertelt: “Het weer was niet schitterend, maar de bedevaart wel. Op voorspraak van Maria hebben we onze intenties aan God voorgelegd. Tevens hebben we stilgestaan bij de vraag hoe wij naar het voorbeeld van Maria in ons geloof en in ons leven in de huidige geseculariseerde wereld waardige getuigen van Jezus kunnen zijn.” In zijn homilie over het Evangelie van de Emmaüsgangers benadrukte mgr. Eijk dat wat deze twee leerlingen van Jezus is overkomen, ook in ons leven kan gebeuren. Net als zij kunnen wij ook door allerlei omstandigheden als volgelingen van de Heer uit het lood worden geslagen. Maar evenals zij mogen wij hoop, moed en kracht putten uit het besef dat de Heer Zich ook bij ons voegt op onze levensweg. Hij doet dat als we dat in gebed aan Hem vragen, maar vooral in het sacrament van de Eucharistie.