Bisdomdag met presentatie boek over kardinaal Eijk
Het Aartsbisdom Utrecht hield op het Hoogfeest van de H. Willibrord (7 november) zijn tweejaarlijkse bisdomdag. Willibrord is immers patroon van het aartsbisdom en van de Nederlandse Kerkprovincie. Na de Pontificale Eucharistieviering in de St. Catharinakathedraal werd het programma voortgezet in de Nicolaïkerk met lezingen van Toke Elshof (universitair docent FKT) en barones Hilde Kieboom (voorzitster Sint Egidiusgemeenschap Antwerpen). Ook kreeg kardinaal Eijk het eerste exemplaar aangeboden van ‘Weiger het werk niet’, het boek dat auteur Bert van Nieuwenhuizen over hem schreef.
Tijdens de Eucharistieviering deden ook twee priesterstudenten van het aartsbisdom hun admissio (aanvaarding onder wijdingskandidaten): Paulus Tilma en Mark Logtenberg. In zijn preek stond kardinaal Eijk stil bij de voorbeeldfunctie van Willibrord als missionaris in deze tijd van nieuwe evangelisatie. Na drie eerdere missioneringsgolven in de afgelopen twintig eeuwen is het werk allerminst gedaan, aldus kardinaal Eijk: “We staan aan het begin van een vierde golf van missionering – van de geseculariseerde wereld.” Daarbij zijn het Evangelie en de traditie belangrijke instrumenten. “Niet het geloof moet aan de heersende cultuur worden aangepast, de cultuur moet juist met Christus worden doordesemd,” benadrukte de kardinaal. Ook Willibrord paste zich niet aan en stuitte mede daardoor op verzet. Kardinaal Eijk: “Hadden we maar niet zo dwars gelegen, dan hadden we zijn graf met heiligdom misschien wel hier gehad in plaats van in Echternach, en trok de Springprocessie jaarlijks door Utrecht!” Ook in deze geseculariseerde wereld dorst de ziel van de mens naar de levende God, “net als Jezus en Willibrord moeten we daar alles voor hebben,” aldus Eijk.
‘Omgekeerde beweging’
Na de lunch sprak Toke Elshof (FKT) over ‘De katholieke school en de katholieke Kerk: een gedeelde opdracht?’ Die vraag beantwoordde ze bevestigend: volgens haar is het zaak dat de katholieke school en de Kerk in een open dialoog blijven staan – de katholieke school “deelt immers in de zendingsopdracht van de Kerk.”
Elshof thematiseerde drie zaken: de generatiegebonden religiositeit, het godsdienstig vieren en leren op school en de school die het als opdracht ziet daar werk van te maken. Tot schrik van sommigen maakte ze een indeling waarin mensen geboren vóór 1970 tot de ‘ouderen’ werden gerekend. Een vergelijking op gelovig vlak met de jongere generatie leverde verschillen op, zoals dat jongeren religieus analfabeet en ouderen juist religieus geletterd zijn. Ouderen vinden het kerkelijk kader vaak beklemmend (zij vochten in hun jonge jaren voor individuele vrijheid), jongeren hebben die individuele vrijheid van jongs af aan, “bij hen is dus een omgekeerde beweging zichtbaar: geen claustrofobie maar pleinvrees. Jongeren zoeken vertrouwdheid in de grote wereld,” aldus Elshof.
Zij liet ook zien hoe de gerichtheid op het geluk in de afgelopen decennia steeds meer ‘vervroegd’ is: Mensen van 80+ verwachten het geluk in de hemel te ervaren, 60plussers rekenen daarentegen op een aards paradijs dat na hun pensioen aanvangt. En de jongeren willen het geluk hier en nu: ‘Waar is het feestje?’.
Niet alleen leerlingen, ook steeds meer ouders en leerkrachten zijn geboren na 1970 en hebben dus weinig ervaring met religiositeit. Uit diverse onderzoeken blijkt dat die ouders juist wel willen dat de katholieke scholen meer vieringen aanbieden en werk maken van geloofskennisoverdracht. Elshof: “Ouders verwachten dat scholen doen wat ze zelf niet meer (kunnen) doen.” Het Evangelie present stellen is ook een taak van gelovigen, onderstreepte Elshof: “De school als vindplaats van gelovig dienstbaar zijn, maar niet als verlengstuk van de officiële Kerk. Belangrijk is dan ook een open dialoog tussen katholieke school en Kerk.”
Eerste exemplaar
Bert van Nieuwenhuizen presenteerde vervolgens zijn boek ‘Weiger het werk niet. Wim Eijk, aartsbisschop van Utrecht’ (uitgeverij Aspekt, 166 blz., € 19,95). Hij bood het eerste exemplaar aan kardinaal Eijk aan en vertelde iets over de totstandkoming van het boek. Van Nieuwenhuizen sprak hiervoor onder meer met jeugdvrienden van de kardinaal, diverse studiegenoten, de VVD-politica en ethica Heleen Dupuis bij wie Eijk promoveerde en andere mensen uit het leven van de Utrechtse aartsbisschop. En natuurlijk met het boekonderwerp zelf. Het resultaat is geen ‘officiële biografie’, maar een inkijkje in het leven en werken van een man van wie Van Nieuwenhuizen door een tv-interview in het voorjaar van 2009 geïntrigeerd raakte.
Barones Hilde Kieboom (Antwerpse Sint Egidiusgemeenschap) verzorgde vervolgens de tweede lezing van de middag: ‘Een arme kerk voor de armen’. Ze stelde dat in een tijd van crisis, angst en onzekerheid mensen de neiging hebben om hun liefde te laten bekoelen (vgl. Matteüs 24) en voor zichzelf te kiezen. “Maar de keuze voor de armen is van alle tijden, in elke generatie moeten christenen zich richten op de armste mensen.”
De Sint Egidiusgemeenschap in Antwerpen signaleert behalve armoede ook een groeiende eenzaamheid en uitzichtloosheid bij ouderen in alle lagen van de bevolking. “Ouderen worden niet als kans maar als een probleem gezien. De samenleving is bang voor menselijke broosheid en zwakte,” aldus Kieboom, die verwees naar de euthanasiedebatten in Nederland en België. “Autonomie is het grote levensideaal, maar zonder liefdevolle zorg voor ouderen en zieken zijn alle structuren van de maatschappij zinloos. Door het beleven van de naastenliefde kunnen christenen het verschil maken,” benadrukte ze. “
Kieboom: “De Kerk heeft als troef dat zij een universele familie vormt van jong en oud, ziek en gezond tegenover een Vader die niemand in de steek laat. Een tweede troef is dat we altijd uitgenodigd worden te kijken naar spirituele rijkdom in plaats van materiële rijkdom. De crisis nodigt ons daar ook toe uit – de lijdende helpt ons om naar Christus te luisteren en bij Hem te zijn.”