Bisdombedevaart: aandacht voor St. Brigida en kloosterleven
Sint Brigida had op 1 juni de hoofdrol in het bedevaartprogramma van de Utrechtse pelgrims. Aan deze ‘patrones van Ierland’ is in het Aartsbisdom een kerk toegewijd: de St. Brigittakerk te Ommen (Emmanuelparochie). De pelgrims bezochten de naar haar vernoemde bron (Saint Brigid’s Well) in Kildare en het nabijgelegen Solas Bhride Centre waar de herinnering aan de heilige Brigida levend wordt gehouden en wordt vertaald naar deze tijd.
Mgr. Woorts kon om een verdrietige reden de pelgrims niet tot het einde van de bedevaart vergezellen: hij had een dag eerder te horen gekregen dat zijn vader was overleden en hij vloog daarom in de ochtend terug naar Nederland.
Sint Brigida (453-525) is samen met Patrick en Columba één van de drie nationale heiligen van Ierland. Ze trok zich op jonge leeftijd terug als kluizenares en ging wonen in een hol onder een eik. Daar vlakbij stichtte ze in de vijfde eeuw het klooster van Kildare, gevolgd door nog meer kloosters. Ze is patrones van onder andere het vee.
In het Solas Bhride Centre (‘licht van Brigida centrum’) werken drie zusters en een aantal leken eraan om de erfenis van de heilige Brigida levend te houden. Hun congregatie (die wereldwijd nog 150 leden telt) werd gesticht in 1807.
In een presentatie vertelden ze meer over St. Brigida. Met de vestiging van een klooster in Kildare bracht ze het licht van Christus naar deze streek. Toen de zusters in 1993 terugkeerden naar Kildare en in een klein gebouw gingen wonen (op de plek van het oude klooster staat nu de Anglicaanse kathedraal uit de 13de eeuw), werd dit licht weer ontstoken en sindsdien brandt het onafgebroken. Het huidige, moderne (en klimaatneutrale) centrum was nodig om de toestroom aan gasten aan te kunnen. Het werd in 2014 geopend en met allerlei activiteiten wordt er de erfenis van St. Brigida en haar relevantie voor de wereld van vandaag onder de aandacht gebracht. En die relevantie is groot, aldus de zusters: Brigida is de pionier van het monastieke leven in Ierland dat zich vervolgens over een groot deel van Europa verspreidde, ze had een groot geloof, was pleitbezorger van vrede en gerechtigheid en leefde in harmonie met de natuur. Haar feestdag (1 februari) is de start van het landbouwseizoen en in de Keltische traditie de startdatum van de lente.
Het centrum is gebouwd in de vorm van het St. Brigida kruis, dat ontstond volgens de overlevering aan het sterfbed van een man. St. Brigida waakte bij hem en vlocht ondertussen van materiaal op de grond een kruis. Toen de man zijn ogen opende en vroeg wat ze deed, legde ze hem de betekenis van het kruis uit en vertelde over de verrijzenis. Hij bekeerde zich tot het christendom en het toen gevlochten kruis staat sindsdien bekend als St. Brigida kruis. Volgens de traditie wordt er elk jaar een nieuw gevlochten exemplaar boven de deuropening van de woning gehangen maar worden ook de stallen niet vergeten: Brigida is immers patroonheilige van het vee.
Bij Saint Brigid’s Well vierden de pelgrims vervolgens in de openlucht de Eucharistie – een bijzondere ervaring. Vicaris Cornelissen wees erop dat vanaf de Reformatie katholieken bij deze bron in het geheim samenkwamen om de Eucharistie vieren. In zijn preek memoreerde hij dat we ons bevinden in de tien dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren. “Jezus sprak in gebed zijn zorgen uit over de toekomst van Zijn leerlingen: zouden ze samenblijven en niet bezwijken onder de angst? Jezus bidt om eenheid, het hele Johannesevangelie gaat over de diepe verbondenheid van Jezus met Zijn Vader. In Gods wereld regeert liefde, zien mensen naar elkaar om en houden ze elkaar hoog.”
“Ze zijn niet van deze wereld en zo iemand was Brigida ook, een levend teken van het Evangelie. Ze deed alles vanuit het gebed in de gemeenschap van de zusters en samen met de monniken in de kapel. Ook Maria en de apostelen kwamen in deze periode samen voor gebed in het Cenakel, daar deden ze kracht uit op. Aan ons wordt de oproep gedaan om ook samen te blijven voor gebed en daar kracht uit te putten en inspiratie van de Heilige Geest. Opdat we steeds meer één zijn, met Gods liefde brandend in ons hart.”
‘s Middags reisde de groep door naar Glendalough, ten zuiden van Dublin. In het vroege Ierland ten tijde van St. Patrick waren er nauwelijks steden of dorpen, na St. Patrick ontstonden er veel kloosters en abdijen op het platteland. In Glendalough (‘dal van twee meren’) leefde in de zesde eeuw St. Kevin. Hij was een kluizenaar die zeer dicht bij de natuur stond. Hij kreeg al snel volgelingen en er ontstond een kloostergemeenschap. In het gebied zijn nog vele kloosterruïnes, High Crosses en ronde torens te zien. Op de High Crosses zijn vaak Bijbelse taferelen uitgebeeld, ten behoeve van de mensen die vaak niet konden lezen. De hoge ronde torens waren klokkentorens, herkenningspunt en soms ook wachttoren.
Met de komst van nieuwe ordes verdween het oude Ierse kloosterleven grotendeels. Het klooster van Glendalough beleefde zijn hoogtijdagen tussen de tiende en de twaalfde eeuw. Het werd vervolgens verwoest en herbouwd maar het einde kwam in 1539 toen de Engelse koning Hendrik VIII het klooster ophief. Nu zijn er onder meer nog een ronde toren van 33 meter hoogte te zien en St. Kevin’s Cross, een groot Keltisch kruis uit de 9de eeuw. Maar ook de toegangspoort (met een grote steen waarop een kruis is te zien) en een Romaans kerkje zijn nog aanwezig, en ruïnes van diverse andere kerken.
Voor Petra van Dort-Pieck uit de parochie St. Jan de Doper (Mijdrecht) is deze reis naar Ierland de eerste bedevaart die ze met het Aartsbisdom Utrecht maakt. Ze was voor de coronacrisis uitbrak al wel met enkele parochiebedevaarten meegegaan – naar Kevelaer, Banneux en ook Heiloo. “Ik vond de combinatie van Ierland en een bedevaart heel aantrekkelijk: je ziet wat van het land en je belijdt met elkaar het geloof.” Ze is de enige uit haar parochie die mee is met deze bedevaart maar dat vond ze geen probleem, integendeel: “Het mooie van een bedevaart is dat je het vertrouwde achterlaat, je gaat naar onbekende plekken met onbekende mensen. Het is mooi om met die onbekende mensen in gesprek te gaan, op zoek naar verbinding. Dat vind ik belangrijk, om bruggen te bouwen. We zijn allemaal katholiek en geloven in dezelfde God. Met elkaar je geloof beleven is een geweldige ervaring.”
Vooral de viering in het heiligdom van Knock heeft haar geraakt, vertelt ze. “Dat deed me heel veel. Die kapel was een inspirerende plek en ik voelde me teruggeworpen op mezelf en op mijn geloof. Een bedevaart is loslaten en opladen, alles wat je bezighoudt in Gods hand leggen en in vertrouwen op weg gaan. Mijn voornemen is om volgend jaar mee te gaan met de bisdombedevaart naar Lourdes. Maar eerst ga ik in augustus met de parochie op bedevaart naar Kevelaer.”