‘Bewogen katholiek’: diaconale inspiratiedag in Deventer
Onder de noemer ‘Bewogen katholiek’ organiseerde de Diocesane Kerkelijke Caritas Instelling (DKCI) van het Aartsbisdom Utrecht op 12 november de jaarlijkse diocesane diaconale inspiratiedag. In het Titus Brandsma Huis te Deventer luisterden de ruim vijftig aanwezigen onder meer naar de bevlogen lezing van de Hengelose burgemeester Schelberg over zijn gelovige en maatschappelijke betrokkenheid.
Onder de deelnemers waren leden van pastorale teams, permanente diakens, diaconaal assistenten, leden van PCI-besturen en PCI-werkgroepen, cursisten in opleiding en leden van MOV-werkgroepen. Eén van de recent afgestudeerde diaconaal assistenten, Agnes Vos-Leung, verzorgde tijdens het avondprogramma een workshop over ‘kleurrijk geloven’.
De bijeenkomst begon om 16.00 uur met een Eucharistieviering met als celebrant mgr. Hoogenboom. Hij ging in zijn preek – naar aanleiding van een aantal concrete voorbeelden – in op de betekenis van caritas en barmhartigheid. Mgr. Hoogenboom: “Als we onze naaste datgene geven waar hij of zij recht op heeft, dan voldoen we als christenen nog niet aan onze plicht. Het gaat erom om meer te doen dan het gewone: dan komen caritas (liefde) en barmhartigheid (diaconie) in beeld. Ik hoop dat we ons vandaag laten inspireren door voorbeelden van caritas en diaconie uit onze parochies.”
In zijn openhartige lezing stelde burgemeester Sander Schelberg van het Overijsselse Hengelo drie vragen aan de orde: ‘Is er nog toekomst voor ons?’; ‘Wat drijft mij?’ en ‘Wat kan ik, wat kunt u doen?’. Naar aanleiding van zijn vraag of er nog toekomst is voor katholieken, voor de katholieke Kerk, haalde hij de stelling aan dat je tegenwoordig al als hopeloos ouderwets en extreem christelijk wordt gezien als je Kerst wilt vieren. Volgens Schelberg leven we in een tijdperk van verwarring. Een heleboel kerkelijke doelen uit het verleden zijn inmiddels behaald dan wel overgenomen door de staat: emancipatie, werk en inkomen (denk bijvoorbeeld aan de inzet van de bekende priester Alphons Ariëns), huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, sociale voorzieningen. Dat leidt tot een gevoel van ‘we zijn niet meer nodig, alles is bereikt’.
Er is echter toch nog een aantal doelen om in ogenschouw te nemen, aldus Schelberg, die onder meer de globalisering noemde: “Slechts 20% van de wereldbevolking maakt gebruik van de mogelijkheden die globalisering biedt.” Een ander punt is de ‘uitstoting’ van arbeid, Schelberg: “Volgens paus Franciscus is arbeid datgene wat je de meeste waardigheid geeft. De uitstoting ervan is een beetje de verkilling van de economie. Probeer mensen juist in hun kracht te zetten, kijk naar wat ze nog wél kunnen.” Ook vereenzaming en vervreemding zijn actuele zorgen, en niet in de laatste plaats: de belasting van onze schepping.
Bij de vraag ‘Wat drijft mij?’ verwees Schelberg ten eerste naar de actuele doelen die hij zojuist had beschreven. Daarnaast vertelde hij hoe hij probeert de vier elementen van de katholieke sociale leer in al zijn besluitvorming mee te nemen: het bonum commune (algemeen welzijn), de subsidiariteit (“een moeilijk woord voor vertrouwen”) oftewel het op zo laag mogelijk niveau overdragen van verantwoordelijkheid, solidariteit (“oefening in naastenliefde”) en de menselijke waardigheid. Dat blijkt niet altijd eenvoudig, zo illustreerde hij met een voorbeeld over de instelling van koopzondagen: de kleine bakker stelt dat als alle winkels opengaan, hij wel mee móet doen – maar dan kan hij op zondag niet bij zijn gezin zijn. Er is echter ook het belang van de grote supermarkten en dat van het winkelende publiek. Schelberg kan niet met iedereen solidair zijn… Er komt dan ook niet altijd een antwoord uit deze exercitie, maar hij vindt het wel belangrijk om die elementen van de katholieke sociale leer steeds te overwegen en onderling af te wegen.
Tot slot ging Schelberg in op de vraag ‘Wat kan ik, wat kunt u doen?’. Belangrijk is om onverschilligheid te vervangen door compassie en voor je geloof te staan, “het gewoon doen!”. Schelberg: “De katholieke sociale leer is voor mij het gereedschap in de gereedschapskist voor het leven van elke dag.” Het doel is volgens hem het algemene welzijn en dat bereik je via het maximale eigenbelang: wanneer je het eigenbelang van mensen weet aan te spreken om hen tot actie aan te zetten, is dat de beste motivator. “Dan ontstaat er een soort maatschappelijke verbreding, verrijking.”
Aansluitend op het ‘nagesprek’ na Schelbergs lezing en een pauze volgde het avondprogramma, bestaande uit twee workshoprondes en een plenaire afsluiting. De deelnemers konden kiezen uit vijf workshops. Diaconaal assistent Agnes Vos-Leung uit de parochie H. Drie-eenheid verzorgde samen met diocesaan diaconaal werker Bernanda van den Hengel de workshop ‘Kleurrijk geloven’. Naar aanleiding van de studieopdracht uit haar opleiding ging zij met de deelnemers in gesprek over diversiteit binnen de geloofsgemeenschap en de kansen voor omzien naar elkaar. Voor haar onderzoek legde ze huisbezoeken af bij parochianen met een migratie-achtergrond. Contact maken bleek niet altijd gemakkelijk, maar het was in haar voordeel dat ze zelf een migratie-achtergrond heeft: ze kwam 24 jaar geleden uit Hongkong naar Nederland.
Diaken Bert Huitink uit de H. Pancratiusparochie (Tubbergen e.o.) sprak over het succesvolle jongerenproject ‘Rock Solid’ in zijn parochie, waarbij maandelijks bijna dertig jongeren bijeen komen. Hij vertelde onder meer over het jaarprogramma dat Rock Solid aanbiedt en waarom het volgens hem een succes is (onder meer het richten op de leefwereld van de jongeren en het op creatieve wijze bespreekbaar maken van het geloof). Naast Rock Solid biedt de H. Pancratiusparochie Kinderkerk en sinds begin dit jaar bovendien Jeugdkerk.
Ook was er een workshop over ‘Goed omgaan met dementie’. In deze interactieve workshop, verzorgd door een vrijwilliger van Samen Dementie Vriendelijk, leerden de deelnemers meer over dementie en de impact ervan in de samenleving. Workshop nummer vier stond in het teken van het Vastenactie-thema in 2019: ‘Water verandert alles’. Hiermee vraagt Vastenactie aandacht voor de betekenis van water voor een menswaardig leven. In de laatste workshop las diocesaan diaconaal werker Trees Versteegen samen met de deelnemers uit de brief ‘Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer’ die paus Franciscus schreef voor de Werelddag van de armen op 18 november aanstaande.
Tijdens de plenaire afsluiting riep DKCI-teamleider Trees Versteegen in het kader van het thema ‘Bewogen katholiek’ de aanwezigen op kort te verwoorden waardoor zij deze dag bewogen, geraakt waren of wat hen zal aanzetten in beweging te komen. Dat leidde tot de steekwoorden: oprecht engagement, steeds de mens blijven zien, wat is kleurrijk?, levend water, sta voor geloof, oog voor het kleurrijke, met liefde omzien naar de ander en respect.
Tags: Diaconie