De Congregatie voor de Heiligverklaringen in Rome heeft het ‘Decreet van Geldigheid’ uitgevaardigd betreffende het proces dat in het Aartsbisdom Utrecht is gevoerd inzake het leven en de deugden van de Dienares Gods Dorothea Visser. Met deze belangrijke stap kan de genoemde Congregatie nu aanvangen met de behandeling van het proces omtrent het leven en de deugden van de Dienares Gods Dorothea Visser.

Hulpbisschop Hoogenboom van het Aartsbisdom Utrecht: “Dat is een verheugende ontwikkeling, die voor de gelovigen een extra stimulans vormt om te (blijven) bidden voor een gunstige afloop van dit zaligverklaringsproces en het nog in behandeling te nemen onderzoek naar een mogelijk medisch wonder op voorspraak van Dora Visser.” De mystica Dorothea (Dora) Visser (1819-1876), die vanaf haar twaalfde jaar gedeeltelijk verlamd was, zou eind 1843 voor het eerst de stigmata hebben ontvangen.

Er zijn in het zaligverklaringsproces eigenlijk twee processen te onderscheiden. Enerzijds het proces waarvoor de Congregatie nu een decreet van geldigheid heeft afgegeven en dat gaat over het leven en de deugden van de Dienares Gods Dorothea Visser. Daarnaast – en chronologisch ook daarná – wordt een proces gevoerd waarin een mogelijk medisch wonder wordt onderzocht. Een positieve uitkomst van beide processen tezamen vormt de noodzakelijke basis voor een eventuele zaligverklaring van Dora Visser. Mgr. Hoogenboom: “Het diocesane proces inzake het leven en de deugden is gevoerd in 2012-2013, op verzoek van de Stichting Vrienden van Dora Visser. Het Aartsbisdom Utrecht heeft graag aan dit proces meegewerkt. Het proces over het wonder, waarvoor de Congregatie overigens nog geen ‘Decreet van Geldigheid’ heeft afgegeven, is op aartsdiocesaan niveau reeds in 2005 gevoerd.”
Het uitgevaardigde decreet van geldigheid verandert in praktische zin overigens niets aan de kaders die de Kerk stelt aan wat de gelovigen kunnen en mogen doen om de zaligverklaring van Dora Visser te bevorderen. “De bestaande manieren om aandacht te besteden aan Dora Visser (inclusief de promotie van het recent voltooide Dora-pad te Gendringen) kunnen worden gecontinueerd, en het Aartsbisdom Utrecht juicht ook van harte toe dat dit gebeurt. Dorothea Visser kan en moet dus blijven worden herdacht zoals tot nu toe gebruikelijk. Het vereren van haar als zalige blijft niet toegestaan totdat zij op enig moment in de toekomst mogelijk zalig wordt verklaard. Tot dat moment kan zij dus geen eigen altaar in een kerk krijgen of een plek op de heiligenkalender,” zo licht mgr. Hoogenboom toe. “Voor een zaligverklaring moeten namelijk én het proces inzake het leven en de deugden én het proces inzake het wonder met gunstig gevolg worden afgerond. Inmiddels mogen wij in vertrouwen bidden om de goede afloop van het zaligverklaringsproces van de Dienares Gods Dorothea Visser.” Er loopt momenteel overigens ook nog een proces tot zaligverklaring van de Dienaar Gods Alphons Ariëns.