Zondag 15 mei werden door paus Franciscus tien personen heilig verklaard, onder wie de Nederlandse pater Titus Brandsma. Bij de plechtigheid op het St. Pietersplein in Rome waren vele Nederlandse pelgrims (ook uit het Aartsbisdom Utrecht) aanwezig om getuige te zijn van dit bijzondere moment. Onder hen vertegenwoordigers uit alle plaatsen in Nederland die in het leven van Titus belangrijk zijn geweest, zoals Friesland, Nijmegen en Oss. Ook de Orde van de Karmel, waartoe Titus behoorde, was zowel vanuit Nederland als namens de internationale familie ruim vertegenwoordigd.

De aanwezige bisschoppen bij de heiligverklaring hadden na afloop een ontmoeting met de pers. Op de foto hieronder van links naar rechts mgr. Van den Hout, kardinaal Eijk en mgr. De Korte. “Voor u zitten drie opgetogen Nederlandse bisschoppen en een opgetogen provinciaal van de karmelieten,” zo zei kardinaal Eijk tijdens deze persconferentie in de Friezenkerk. Buiten sprak ook de namens Nederland aanwezige minister van Buitenlandse Zaken, Wopke Hoekstra, met de verzamelde journalisten.

Paus Franciscus wees er in zijn preek bij deze gelegenheid op dat iedereen heilig kan leven door alle gewone dingen in het dagelijks leven integer, met toewijding en met liefde te doen. De homilie van paus Franciscus leest u hier (Engelse vertaling).

Op vrijdag 13 mei bezochten de Nederlandse pelgrims een expositie in de Santa Maria in Transpontina-kerk. Aansluitend vierden zij de Eucharistie in de Friezenkerk met onder anderen kardinaal Eijk, mgr. De Korte en mgr. Van den Hout (hoofdcelebrant).

Op zaterdag 14 mei, de dag voor de heiligverklaring van Titus Brandsma, werd het St. Pietersplein ingericht voor de plechtigheid, de banners met afbeeldingen van de tien zaligen worden opgehangen, het plein versierd met bloemen, ook uit Nederland. De Nederlandse pelgrims in de stad vierden samen een vigilieviering. Generaal-prior O’Neill O.Carm was de hoofdcelebrant. Ook pater Michael Driscoll O.Carm (foto geheel rechtsonder) concelebreerde, hij genas van kanker op voorspraak van Titus Brandsma.

Foto’s: Ramon Mangold