Bedevaart: slotviering en rozenkransgebed aan de Gave
Op de slotdag (5 mei) van de bedevaart van het Aartsbisdom Utrecht naar Lourdes vierde een aantal groepen de Eucharistie met de eigen parochie. Om 10 uur was er ook een Mis in de Bernadettekerk, met mgr. Woorts als hoofdcelebrant. Hij noemde het in zijn inleiding vooral een “viering van dankbaarheid, dankbaar voor wat we hier in Lourdes van God, van Maria, van Bernadette en van elkaar hebben ontvangen. Maar ook dankbaar dat we in een vrij land leven.” En hij had namens kardinaal Eijk een mededeling: over drie jaar organiseert het Aartsbisdom Utrecht weer een bedevaart naar Lourdes.
Diaken Brinkhuis noemde in zijn preek de dingen die pelgrims op zo’n slotdag van een bedevaart zoal doen: een laatste keer door de Grot, souvenirs kopen, nog een kaars branden en water tappen. Brinkhuis: “Tijdens de verschijningen zei Maria tegen Bernadette dat ze verder de grot in moest gaan om daar te graven, het modderige water dat omhoog kwam dronk ze en ze deed het op haar gezicht. Maar Bernadette groef door en het water werd kraakhelder. Ze waste haar gezicht schoon en dronk ervan. Die bron is nog steeds het centrum van Lourdes.”
Brinkhuis herinnerde eraan dat de bron ook veel in de Schrift voorkomt. Bijvoorbeeld bij de profeet Ezechiël, die toen zijn volk in ballingschap was in een visioen zag dat in de tempel water kwam en het dorre land vruchtbaar werd. “En Jezus zegt in het evangelie: Hij is zelf die bron,” aldus diaken Brinkhuis. “De bron hier in Lourdes verwijst naar die bron die blijft stromen en die Christus is. Drink ervan, was je ermee vandaag. Laat zien: ik wil drinken van die bron die Christus voor mij, voor ons is.”
We zijn allemaal met verschillende intenties naar Lourdes gekomen, merkte hij op. Met verdriet of uit dankbaarheid. “Ik hoop dat u een tankje water mee naar huis neemt, het is iets kostbaars van wat we hier hebben gevierd. Zodat u er thuis van kunt drinken bij tegenslag of uit dankbaarheid. Maar deel het ook – al is het niet altijd makkelijk aan anderen over te brengen – want een bron wil stromen.”
Na afloop van de Eucharistieviering in de Bernadettekerk werden de intenties van de pelgrims naar de Grot gebracht, waar ze met een kort gebed aan de voorspraak van Maria werden toevertrouwd.
Om 15 uur was de laatste gezamenlijke activiteit: het bidden van de rozenkrans tegenover de Grot, aan de andere kant van de rivier de Gave. Vlakbij de plek, zo zei mgr. Woorts, waar Maria voor het laatst verscheen: de autoriteiten hadden de Grot toen afgesloten vanwege alle commotie. Waar Maria die laatste keer verscheen staat nu een beeld van Bernadette.
Pastoor Martien Straathof uit de Bollenstreek (Sint Maarten parochie) begeleidt één van de groepen van buiten het Aartsbisdom Utrecht die bij deze diocesane bedevaart zijn aangesloten. Het aantal keren dat hij in Lourdes is geweest, kan hij niet reproduceren. Wel weet hij nog het beginjaar: “Ik ben in 1983 met deze tak van sport begonnen. Eerst als sterke jongere om onder meer rolstoelen te duwen en na drie jaar dacht ik: ik ga theologie studeren. Daarna ging ik als theologiestudent met jongerenbedevaarten mee en inmiddels ben ik 27 jaar priester en ga ik ongeveer één keer per jaar naar Lourdes. Dat heb ik ook wel nodig.”
Straathof kreeg dus andere taken: “Met mensen omgaan zit natuurlijk je systeem. Nu laat ik de koffers staan en help ik mensen hun geestelijke rugzak te legen bij Maria. Of beter: die rugzak moet herschikt worden. Want dat is vaak het genezende van Lourdes: mensen zien dat anderen het nog veel zwaarder hebben. Je hoort ze na afloop van de bedevaart vaak niet meer over hun eigen last.”
Pastoor Straathof wijst op de opbouw van een bedevaart, die is belangrijk: “Je keert hier in Lourdes enkele dagen binnenstebuiten, maar daarna moet je je weer terugdraaien om naar huis te gaan. Een bedevaart heeft een spanningsboog. De eerste dag moet je even wennen aan de mensen en het hotel maar daarna stel je je open. Je bent vaak kwetsbaar na enkele dagen, zeker met de viering met handoplegging. Op die dagen is Lourdes echt de plek waar hemel en aarde elkaar raken.” Straathof ziet Lourdes als “een hogedrukpan. Er gebeurt hier vaak meer dan in een jaar pastoraat.”
Aansluiten met de parochie bij zo’n grote groep van ruim 1.300 pelgrims is mooi, vindt Straathof: “Het past bij het massale gevoel van een wereldkerk zijn. Maar de individuele momenten daarbinnen zijn ook heel belangrijk, denk aan de communie, de biecht en de handoplegging.”
Lourdes is natuurlijk ook: souvenirs en devotionalia kopen, kijken of je (een beetje leuk) op de foto staat en Lourdeswater tappen.
Er waren ook gezinnen met jonge kinderen mee op deze Utrechtse bisdombedevaart. Voor deze kinderen was er deels een eigen programma: Ze reden onder meer met het treintje door Lourdes, bezochten het wassenbeeldenmuseum, waren bij de kinderwoorddiensten, liepen mee met de intochtprocessie tijdens de vieringen en ze gingen ook met de kabeltrein de berg op (Pic du Jer).
Openingsfoto en foto’s hieronder: Ramon Mangold
Het graf van de familie Soubirous op het kerkhof van Lourdes