Een groep pelgrims uit het Aartsbisdom Utrecht vertrok op zondag 8 september vanuit Deventer en Utrecht voor een zevendaagse busbedevaart langs kathedralen en kloosters in Noord-Frankrijk. Daarbij worden ook enkele heiligen ‘bezocht’: de H. Maagd Maria, de H. Maria Magdalena, de H. Martinus (in Tours), de H. Bernadette Soubirous en de H. Theresia. De eerste dag stond vooral in het teken van een lange busreis, met een uitgebreide stop in Reims waar in de kathedraal de Eucharistie werd gevierd.

Op weg erheen schetste mgr. Woorts de achtergrond van de gotische Onze-Lieve-Vrouwe-kathedraal van Reims en enkele bijzondere elementen waarvan vooral ‘de lachende engel’ bekend is. Reims is voor het christendom in Frankrijk belangrijk omdat de Frankische koning Clovis zich hier in 496 liet dopen door bisschop Remigius (het Aartsbisdom Utrecht heeft twee kerken die zijn vernoemd naar deze heilige bisschop). Clovis was de eerste koning die alle Frankische stammen wist te verenigen. Zijn doop betekende dus veel voor de vestiging van het christendom in het huidige Frankrijk. Ook latere koningen lieten zich in Reims kronen, een plaquette op de vloer van het middenschip wijst de plaats aan waar Clovis zich liet dopen.
Ondanks geweld en vernielingen in de 18de eeuw (de Franse Revolutie) en de 20ste eeuw (met name de Eerste Wereldoorlog), is er in de kathedraal nog middeleeuws gebrandschilderd glas bewaard gebleven.

De pelgrims vierden de Eucharistie in de kapel met de drie beroemde gebrandschilderde ramen van de Joodse kunstenaar Marc Chagall. Deze ramen waren onder meer een teken van de verzoening van Frankrijk en Duitsland. In zijn openingswoord van de Eucharistieviering verwees mgr. Woorts naar deze ramen boven hem en de pelgrims: “We vieren vandaag de Eucharistie op deze plek van verzoening; wij vieren in het bijzonder de verzoening die Christus is komen brengen – de verzoening met Hem.”
Twee fietspelgrims uit Raalte – onderweg naar Lourdes – waren toevallig ook in de kathedraal van Reims en sloten voor deze viering aan bij de Utrechtse groep.

Vicaris Cornelissen ging in zijn preek in op het belang van echte aandacht. Vaak laten we ons bij een ontmoeting leiden door de buitenkant van de persoon en door vooroordelen. “Maar God heeft geen vooroordelen en bijgedachten,” aldus Cornelissen. “Hij ziet wie we zijn en we zijn Hem allemaal even lief.” Hij verwees naar de Evangelielezing, waarin Jezus alle tijd en aandacht had voor een doofstomme man die bij Hem werd gebracht. “Het was iemand die niet kon communiceren en die ook nog eens uit heidens gebied kwam. Toch sprak Jezus uitgebreid met hem en raakte hem aan – zelfs met speeksel dat een genezende werking heeft. En Jezus zei tot de doofstomme: ‘Effeta’, dat wil zeggen: ga open. Hij haalde hem zo uit zijn isolement. De priester zegt dat nu nog als hij iemand doopt: ga open – effeta. En vandaag zeggen we het tegen iedereen: je kunt vastzitten in een ruzie, in een relatie, in een slechte gezondheid, in een verslaving. Durven wij Jezus dan om hulp te vragen en durven wij een ander om hulp en aandacht te vragen? Soms dienen zulke hulpvaardige engelen zich zelf aan, net als de mensen die de doofstomme bij Jezus brachten. Vandaag wordt tegen ons gezegd: effeta, ga open. God wil niet dat we ons uit angst of schande afzonderen. We moeten meer lijken op de lachende engel.”

Na de viering hadden de pelgrims uitgebreid de gelegenheid om de binnen- en buitenkant van de kathedraal te bewonderen. Mgr. Woorts gaf aan het eind van de bezichtiging nog een korte toelichting aan de groep pelgrims bij de west façade uit de 14de eeuw. Deze heeft drie portalen die gedecoreerd zijn met honderden beelden van Bijbelse figuren en heiligen rondom de hoofthema’s: de passie van Christus, de kroning van Maria en het Laatste Oordeel.