Allerzielen 2024: Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
Kardinaal Eijk ging op Allerzielen (2 november), de dag waarop de R.-K. Kerk de overledenen herdenkt, traditiegetrouw naar begraafplaats St. Barbara in Utrecht voor de zegening van de graven. Voorafgaand was hij de hoofdcelebrant tijdens de maandelijkse Eucharistieviering in de kapel van de begraafplaats. Pastoor Boogers van de Utrechtse St. Martinusparochie concelebreerde. Na afloop van de viering konden de misgangers een zojuist door de kardinaal gezegend lichtje meenemen voor een te bezoeken graf.
In zijn preek stond kardinaal Eijk stil bij de tekst uit de tweede lezing uit het boek Openbaring: “De eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen en de zee bestond niet meer.” Kardinaal Eijk: “Met de eerste hemel en de eerste aarde bedoelt Johannes de fysieke stad Jeruzalem in Palestina, voor Joden de hemel op aarde.” Die stad (met zijn tempel) was echter in het jaar zeventig na een Joodse opstand door de Romeinen met de grond gelijk gemaakt, zo riep de Utrechtse aartsbisschop in herinnering. “Maar God brengt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde: wie Jezus gevolgd zijn, zullen met Hem in de hemel zijn, in zijn huis.”
Met de zee wordt in enkele Oudtestamentische teksten de tegenstander van God bedoeld, zo legde kardinaal Eijk uit: de duivel, de antichrist, de valse profeet. De duivel is iemand die verdeling brengt, “maar die duivel is er niet meer. Die is, zo zegt Johannes elders in het boek Openbaring, door de aartsengel Michael definitief in de afgrond gestort.”
En dan, zo zei kardinaal Eijk, klinkt een machtige stem, Gods stem, “die roept van de troon: ‘Zie hier Gods woning onder de mensen! Hij zal bij hen wonen, en Hij, God-met-hen, zal hun God zijn. Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen (een verwijzing naar de woorden van de profeet Jesaja in de eerste lezing) en de dood zal niet meer zijn.’ Dit is een beschrijving van de hemel.”
Het is overigens een misverstand dat katholieken na hun dood allemaal “huppakee, zo de hemel” ingaan, zo memoreerde kardinaal Eijk. “De kerkleden die Jezus oprecht in alle opzichten zijn gevolgd, kunnen meteen deel uitmaken van de zegevierende Kerk in de hemel. De kerkleden die dat echter gebrekkig hebben gedaan, lopen de kans na de dood een poosje deel uit te maken van de ‘lijdende Kerk’ in het vagevuur. […] Voor die zielen bidden wij in het bijzonder met Allerzielen. […] Het vagevuur maakt sommige mensen bang. Echter, het vagevuur is juist een reden tot hoop en dankbaarheid. Want dit houdt in dat er ook na de dood bij God nog een traject van barmhartigheid is.”
Na de Mis liep kardinaal Eijk onder andere langs de graven van de Utrechtse bisschoppen, die hij zegende met wijwater. Evenals vorig jaar begon hij bij de graven van kardinaal Simonis en voormalig rector en vicaris-generaal P. Rentinck. Ook daalde hij zoals gebruikelijk af in de crypte (grafkelder) waar onder anderen mgr. Schaepman begraven ligt.
St. Barbara
Op begraafplaats St. Barbara liggen sinds het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 alle overleden voorgangers van kardinaal Eijk als aartsbisschop van Utrecht begraven: mgr. Schaepman, mgr. Snickers, mgr. Van de Wetering, mgr. Janssen, kardinaal De Jong, kardinaal Alfrink, kardinaal Willebrands en kardinaal Simonis. Alleen de eerste aartsbisschop sinds 1853, mgr. Zwijsen, ligt elders begraven. Ook hulpbisschop Hendriksen en diverse vicarissen-generaal en andere priesters van het aartsbisdom hebben op begraafplaats St. Barbara hun laatste rustplaats: zo is eerder dit jaar emeritus-deken en pastoor Henk van Doorn er begraven. Zijn graf is naast de ingang van de crypte.