Aartsbisschop Eijk krijgt zondag in de St. Pieter in Rome het pallium opgelegd. Dat is een smalle band van witte wol, versierd met zes zwarte kruisjes van zwarte zijde, die het pauselijk gezag en de verbondenheid van de plaatselijke kerk met de wereldkerk uitdrukt.

De paus schenkt het pallium, dat boven het kazuifel wordt gedragen, elk jaar op 29 juni, de feestdag van de heiligen Petrus en Paulus, aan alle aartsbisschoppen die hij in de voorafgaande twaalf maanden heeft benoemd.

Het pallium wordt gemaakt van wol van twee schapen die op het feest van de heilige Agnes, 21 januari, aan de paus worden aangeboden. De pallia worden neergelegd in de kist die te zien is in de Confessio van de Sint-Pieter te Rome. Het ligt dus dicht tegen de begraafplaats van Petrus aan, waarmee wordt aangegeven dat ze vanuit het centrum van de Kerk gegeven worden.
De bepalingen in het Codex Iuris Canonici over het pallium zijn streng en precies geformuleerd. Bij verlies van het laatstverleende pallium of overplaatsing naar een ander aartsbisdom moet een nieuw exemplaar worden gevraagd. Een metropoliete zetel is de zetel van de aartsbisschop, die tevens het belangrijkste bisdom is van een kerkprovincie. Het aartsbisdom Utrecht is zo’n metropoliete zetel.