Het Aartsbisdom Utrecht werkte op zaterdag 8 november mee aan de reddingsactie ‘Mag het wat meer zijn?’ voor Straatnieuws Utrecht. Door fraude van de penningmeester kwam de daklozenkrant van Utrecht in financiële problemen. Ongeveer 130 mannen en vrouwen, onder wie vele dak- en thuislozen die dankzij de verkoop van Straatnieuws een bescheiden inkomstenbron en een zinvolle dagbesteding hebben, werden daardoor gedupeerd.

Hulpbisschop Hoogenboom (die in het Aartsbisdom onder meer de portefeuille caritas en diaconie beheert) celebreerde daarom op 8 november de H. Mis van 12 uur in de Augustinuskerk aan de Oudegracht (Salvatorparochie). In zijn preek maakte hij duidelijk dat het ondersteunen van Straatnieuws alles te maken heeft met het Evangelie (letterlijk het Goede Nieuws) van Jezus Christus “dat ons uitnodigt tot de liefde tot God en onze naaste in nood.”

Het initiatief voor deze actie lag bij een nieuw tv-programma, een aantal Utrechtse bedrijven en organisaties droeg een steentje bij. Ook deden bekende Utrechters als schrijver Ronald Giphart en historicus Maarten van Rossem hun best om het Straatnieuws aan de man te brengen.
Mgr. Hoogenboom vroeg in zijn preek speciaal aandacht voor het ondersteunen van de Utrechtse daklozenkrant, waarna de kerkgangers bij de uitgang een exemplaar van Straatnieuws konden kopen of een gift konden geven aan de collectanten – voor de gelegenheid leden van Utrechtse studentenverenigingen.

Paus Franciscus
Voorafgaand aan de Mis, waarin P. Kuipers van de Salvatorparochie concelebreerde, werd mgr. Hoogenboom onder meer geïnterviewd over het belang van Straatnieuws voor de verkopers. Ook gaf hij namens het aartsbisdom aan verkoper Roeland – één van de ambassadeurs van de actie – een financiële bijdrage voor de daklozenkrant. In zijn preek refereerde de hulpbisschop aan het bezoek, in december vorig jaar, van de Nederlandse bisschoppen aan paus Franciscus in het kader van hun Ad Liminabezoek. Bij die gelegenheid legde mgr. Hoogenboom aan paus Franciscus, verwijzend naar Jezus die tijdens het laatste avondmaal de voeten van zijn leerlingen wast (Joh. 13), de vraag voor hoe hij de verhouding ziet tussen liturgie, in het bijzonder de Eucharistie, en diaconie. Mgr. Hoogenboom: “Het antwoord van paus Franciscus was dat de eredienst aan God en de dienst aan de naaste, vooral de naaste in nood, onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Vandaar dat er een duidelijk verband is tussen het helpen van de verkopers van Straatnieuws en het Goede Nieuws van Jezus Christus.”
Mgr. Hoogenboom benadrukte dat het christen-zijn niet alleen iets is dat zich in de kerkbanken afspeelt, maar juist ook daarbuiten een rol moet spelen. “Daarbij geldt: hoe concreter, hoe beter.”