Aartsbisdom > Nieuws > Priesterwijding Karel Donders op feest H. Mattias

Priesterwijding Karel Donders op feest H. Mattias

Aartsbisschop Eijk heeft zaterdagochtend 14 mei, op het feest van de H. apostel Mattias, Karel Donders tot priester gewijd. In zijn openingswoord verwelkomde hij parochianen uit Heemstede (waar Donders zijn pastorale stage liep), Arnhem (zijn geboorteplaats) en Groenlo (zijn huidige parochie), die massaal op Donders’ priesterwijding waren afgekomen. Ook stelde mgr. Eijk dat priesters broodnodig zijn in de Kerk van God, “zeker in het aartsbisdom. Zij zijn het die de Heer vertegenwoordigen in de Eucharistie. Alleen door het sacrament van het priesterschap kan de Heer waarlijk tegenwoordig zijn in de Eucharistie.” En hij vervolgde: “We bidden vanmorgen ook om nieuwe roepingen in het aartsbisdom, en voor Karel, om Gods rijkste zegen voor het priesterlijk dienstwerk dat hij in het aartsbisdom zal verrichten.”

In zijn preek ging mgr. Eijk nader in op het priesterambt, met als vertrekpunt de geschiedenis van de apostel Mattias: Na zijn verraad heeft Judas Iskarioth zich gediskwalificeerd als apostel, en om weer op twaalf te komen is een vervanger nodig. Oppervlakkig gezien lijkt het aanwijzen van een vervanger uit te draaien op een loterij maar, zo stelde de aartsbisschop, “dat is het in essentie niet, het is een gebed om een teken van God dat hij laat zien wie de vervanger van Judas moet worden.” Uiteindelijk is het God die Mattias aanwijst en gaat het niet om een loterij “met kans op een jackpot van ik weet niet hoeveel miljoen euro. Wat hieruit komt, is onvergelijkbaar veel kostbaarder: een roeping van God,” sprak mgr. Eijk.

‘Onmisbare rol’
Net als bij Mattias wijzen ook mensen niet de bisschoppen, priesters of diakens aan: een kandidaat moet door God worden uitgenodigd, worden geroepen, en door niemand anders. De logische vraag die daarop volgt, is waartoe de Heer de bisschoppen, priesters en diakens dan roept. Het antwoord van mgr. Eijk: “Jezus heeft het gewijde dienstambt ingesteld om iets van zichzelf of Hemzelf in persoon in deze wereld onder ons te vertegenwoordigen. Wat doet de priester? Hij vertegenwoordigt Jezus in persoon, met name in het vieren van de Eucharistie. Op zijn woord ‘Dit is Mijn Lichaam/Dit is Mijn Bloed’ komt de Heer werkelijk en persoonlijk onder ons tegenwoordig onder de gedaanten van brood en wijn en kunnen wij Hem ontvangen. In het aanwezig zijn van de Heer in Zijn Kerk speelt de priester een onmisbare rol. Die rol kan niemand zich toe-eigenen, die is slechts door de wijding van God te ontvangen. En deze rol is niet alleen maar een functie, maar is in het zijn van de priester verankerd door de intensieve binding met Christus die door middel van de wijding tot stand komt.”

Glas-in-lood raam
Op wat een priester is, moet zijn levensstijl aansluiten. Mgr. Eijk vergeleek dit met een glas-in-lood raam in een kerk, waarin vaak afbeeldingen te zien zijn van Jezus en Zijn leven: “Als het zonlicht valt door een glas-in-lood raam zien we de goedheid, de liefde, de zorg van Jezus voor iedere mens.” Ook refereerde hij aan het klassieke gebruik om heiligen te kwalificeren als een glas-in-lood raam, “omdat door hun persoon heen het licht van Jezus valt. Door hen licht helder op wie Jezus is en wat Hij voor ons doet en broeders en zusters, beste Karel, dat moet ook bij de priester, de geroepene bij uitstek, het geval zijn.”
Als de priester de intense verbondenheid met Jezus, die hij in zijn ‘zijn’ met zich meedraagt, in zijn levensstijl ook uitdraagt, “wordt hij iets van dat glas-in-lood raam, waarvan het heldere licht afstraalt op de medemens.” Heilig zijn betekent dan: bewust toegewijd zijn aan God. Mgr. Eijk: “De Kerk heeft niet zomaar alleen meer priesters nodig, maar in de eerste plaats heilige priesters. De priester kan de Heer die Hem roept des te vruchtbaarder vertegenwoordigen, naarmate hij zelf elke dag bewust en intens met de Heer verbonden is.” In dit kader refereerde mgr. Eijk ook aan het celibaat, waarvan vaak gezegd wordt dat het niet meer van deze tijd is: “een grote misvatting” aldus de aartsbisschop, die vervolgde: “Het dagelijks contact houden met de Heer maakt de priester tot de vertrouweling van Jezus, die hij in onze Kerk moet zijn. Daardoor kan hij in zijn pastorale activiteiten die vertrouwelijkheid ook uitstralen en op anderen overdragen, want daartoe is hij geroepen.”

‘Wijdingsbeloften’
Tot besluit zei mgr. Eijk dan ook: “Karel, dat is wat je straks na deze preek ook zult beloven bij het afleggen van de wijdingsbeloften. Jou zal onder meer het volgende worden gevraagd: ‘Wilt u zich van dag tot dag sterker binden aan Christus, de Hogepriester … en met Hem uzelf toewijden aan God tot heil van de mensen?’ Kun je werkelijk als mens ja zeggen op zo’n gelofte om trouw te blijven aan je roeping, met zulke vergaande consequenties? Ja dat kan, want blijkens het antwoord dat je erop zult geven, doe je dat niet uit eigen kracht, niet zomaar even, maar zeg je: ‘Ja, dat wil ik met de hulp van God.’ Amen.”