De Volkskrant heeft vandaag op aandringen van het Aartsbisdom Utrecht een reactie van aartsbisschop Eijk gepubliceerd op het Volkskrant-artikel van 18 april jl., waarin een aantal aperte onjuistheden stond. Deze reactie wordt aangekondigd op de voorpagina en is door de Volkskrant voorzien van het volgende naschrift: “De redactie van de Volkskrant stelt achteraf vast dat ruimer wederhoor gegeven had kunnen worden en publiceert daarom deze ingezonden brief van mgr. Eijk.” Het aartsbisdom is verheugd over de plaatsing van de reactie van mgr. Eijk en het naschrift.

In zijn reactie weerlegt aartsbisschop Eijk de aantijgingen dat hij bedrijfsrechercheurs op zijn collega-bisschoppen zou hebben afgestuurd: “Deze vergaande beschuldiging is volledig ongefundeerd. Ik heb sedert mijn aantreden aan geen enkel recherchebureau enige opdracht verstrekt, ook niet voor onderzoek van privécomputers van andere geestelijken, zoals mij eveneens in het artikel ten onrechte wordt verweten. Ook is nimmer sprake geweest van enig verzoek van mijn kant tot ontslag van Mgr. De Korte, bisschop te Groningen-Leeuwarden,” zo schrijft mgr. Eijk.

De aartsbisschop vervolgt: “De stelling dat ik mijn “ernstig zieke financieel adviseur” ontsloeg is evenzeer onjuist. De arbeidsovereenkomst met de heer Boeser is in goed overleg beëindigd, nadat de heer Boeser enige maanden volledig was hersteld van zijn ernstige ziekte.”

Hardnekkig is de beschuldiging dat er nog miljoenen beschikbaar zouden zijn geweest voor het openhouden van het Ariënskonvikt. Daarvoor wordt als bron een mail van de heer Hemels aan de heer Boeser (destijds nog econoom van het aartsbisdom) opgevoerd, zo ook in het artikel in de Volkskrant. Dit is echter zonder overleg met de heer Hemels gebeurd, die daarover bij de Volkskrant zijn beklag heeft gedaan (klik hier). “Inmiddels heeft de heer Hemels na lezing van het artikel de redactie van de Volkskrant bericht dat in antwoord op zijn mail, de heer Boeser hem heeft bevestigd dat van de miljoenen erfenis – helaas – geen enkele sprake is,” zo besluit mgr. Eijk.

Voor de volledige brief van aartsbisschop Eijk in de Volkskrant, klik hier.