Eucharistieviering op Koninginnedag
De harde regen weerhield de pelgrims uit het Aartsbisdom Utrecht er niet van om op maandagmorgen 30 april naar de Pius X basiliek te gaan voor de Eucharistieviering. Deze viering stond in het teken van de blijde geheimen van de rozenkrans. Kardinaal Eijk ging in zijn preek in op een aantal Bijbelse achtergronden van handelingen die Bernadette in de grot verrichtte.
Maria verscheen achttien maal aan Bernadette, de eerste zeven maal straalde haar gezicht van vreugde, maar tussen de achtste en de twaalfde verschijning stond haar gezicht verdrietig en bedrukt, zo zei kardinaal Eijk. “Ze deed ook merkwaardige dingen, zo kroop ze op haar knieën tot achterin de grot, kuste er de vuile grond en ze at onkruid. Ook dronk ze drie maal vuil water en spuugde dat weer uit, op zoek naar de bron die Maria haar heeft aangewezen. Daarbij maakte ze haar gezicht vuil met modder, waarop toeschouwers haar bespotten.”
‘Bijbelse wijze’
“Later ging men beseffen dat Bernadette handelingen verrichte die in de Heilige Schrift veelvuldig voorkomen en een bijzondere betekenis hebben. De Dame gaf haar opdracht tot die handelingen om daarmee op Bijbelse wijze iets van de menswording, het lijden en de dood van Christus tot uitdrukking te brengen,” aldus kardinaal Eijk. Zo is het kussen van de grond een teken van de vernedering van Gods Zoon in Zijn menswording. “Het is het beeld van Christus die uit de hemel neerdaalt om als mens onze omstandigheden te delen, gekenmerkt door egoïsme, liefdeloosheid, onrechtvaardigheid en verstoorde verhoudingen. Jezus ging daarin zover dat Hij er slachtoffer van werd aan het kruis.”
Ook het eten van onkruid heeft een Bijbelse relatie: de bittere kruiden die worden gegeten bij het Joodse paasmaal, “maar het lam verwijst ook naar Jezus, het Paaslam dat voor ons is geslacht. Tevens is het een verwijzing naar de Eucharistie. Het bevuilen van haar gezicht verwijst naar het beeld dat de profeet Jesaja schetst van de Messias als de lijdende dienstknecht van Jahwe: de Man van smarten met een geschonden gelaat.”
“De bron die Bernadette opgraaft is een verwijzing naar het bloed en water uit Jezus zijde, nadat die met een lans was doorboord. Water verwijst naar het doopsel, bevrijding van erfzonde en andere zonden, en begin van een nieuw leven als kind van God. De grot werd daardoor schoon en helder, een beeld ook voor onze bevrijding door de menswording, het lijden en de dood en verrijzenis van Jezus.”
‘Boete’
Bij het bidden van rozenkrans overwoog Bernadette de Blijde Geheimen van de Menswording van Jezus, de droevige geheimen van Zijn lijden en dood en de glorievolle geheimen van Zijn verrijzenis. Dit bidden van de Rozenkrans begeleidde Bernadette met Bijbelse gebaren om de diepste betekenis van de Geheimen van de Rozenkrans te onderstrepen en te verduidelijken, maar ook om de betekenis van verschijningen van Maria in de grot duidelijk te maken.
”En wat is de kern van haar boodschap? Maria zei weinig, maar herhaalde regelmatig de woorden ‘Boete’. Ze zei ook: ‘Bid God voor de bekering van de zondaars’ en ‘ga de grond kussen uit boete voor de zondaars’. Kardinaal Eijk: “Boete betekent hier bekering. Dat we ons laten bevrijden door het lijden van Jezus op voorspraak van Maria op deze plek. Bernadette bracht dit door Bijbelse gebaren op bijzondere manier tot uitdrukking. Zij liet door deze gebaren zien dat Jezus deze bevrijding voor ons bewerkte door Zijn lijden. Dat deze bevrijding neerkomt op een innerlijke reiniging van de ziel van aangeboren egoïsme. Dat stelt ons in staat om onze loyaliteit verleggen: van deze wereld naar die van God.”
Kardinaal Eijk: ”Maria beloofde aan Bernadette niet het geluk van deze wereld, maar van de andere wereld. Bij het Gods Rijk van liefde lag de hele loyaliteit van Bernadette. Het doel van onze bedevaart is dat wij ook bevrijd worden van verkeerde loyaliteit en loyaal met God en Zijn wereld mogen worden. Een probaat middel daarvoor is het bidden en het overwegen van de Geheimen van de rozenkrans hier met Bernadette, die zelf uitermate loyaal was aan God en Maria.”
Koninginnedag
Aan het eind van de mis boden twee kinderen de kardinaal een rozenkrans aan, die door de meegereisde kinderen was gemaakt. Diverse pelgrims lieten middels oranje accenten in hun kleding zien die dag in Lourdes wat aan Koninginnedag te zullen doen. In de voorbeden werd ook stil gestaan bij de leden van het Koninklijk Huis, mede met een verwijzing naar het verdriet naar aanleiding van de gezondheidstoestand van Prins Friso.
Veel van de oranje-activiteiten vonden echter in regenkleding of binnenskamers plaats, aangezien de regen voortduurde. Het gezamenlijke koffiemoment van alle pelgrims in de tuin werd dan ook afgelast.