Aartsbisdom > Nieuws > Voorwoord van mgr. Van den Hende bij eerste openbare jaarrapportage seksueel misbruik

Voorwoord van mgr. Van den Hende bij eerste openbare jaarrapportage seksueel misbruik

“We staan open voor kritiek en verbeteringen die nodig zijn. We denken niet licht over hetgeen door misbruik in mensenlevens is gebeurd.” Dit schrijft mgr. Van den Hende in het voorwoord bij de eerste jaarrapportage van de bisschoppen en hogere oversten inzake seksueel misbruik.

Mgr. Van den Hende is voorzitter van de landelijke Contactgroep, die werd ingericht door de Bisschoppenconferentie en de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR). Op verzoek van de Bisschoppenconferentie en de KNR coördineerde de Contactgroep de totstandkoming van de jaarrapportage inzake seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms-Katholieke Kerk. De jaarlijkse rapportage van de bisschoppen en hogere oversten beoogt goed zicht te geven op de oprechte zorg van de Kerk voor slachtoffers en op de zorgvuldigheid in procedures van erkenning en genoegdoening.

Seksueel misbruik van minderjarigen
“Het zijn moeilijke tijden voor iedereen die te maken heeft met het seksueel misbruik van minderjarigen. Dit realiseerden we ons opnieuw heel sterk bij de presentatie van het Eindrapport van de Onderzoekscommissie door de heer Deetman. Allereerst voor slachtoffers, bij wie boosheid en verdriet sterk naar boven komen, soms na vele jaren te hebben gezwegen. Elke keer dat na maart 2010 nieuwe feiten rond misbruik bekend werden, werden mensen die door het misbruik waren beschadigd gekwetst. En telkens ook als er zaken niet goed gaan in processen om te komen tot herstel en genoegdoening, doen oude wonden pijn, wordt genezing bemoeilijkt,” schrijft de bisschop in zijn voorwoord bij de rapportage.

Recht doen aan slachtoffers
We moeten onder ogen zien wat mensen van de Kerk kinderen hebben aangedaan, aldus de bisschop, die ook ingaat op de opdracht die medewerkers van de Rooms-Katholieke Kerk hebben. “De heer Deetman typeerde de werkzaamheden van de Onderzoekscommissie tijdens de perspresentatie van het eindrapport op 16 december 2011 als ‘triest en frustrerend werk, omdat de feiten niet ongedaan kunnen worden gemaakt.’ Deze emotie zien we ook bij onze medewerkers, die de zorg voor kinderen en slachtoffers van misbruik oprecht zijn toegedaan. […] De trieste constatering dat de feiten niet ongedaan kunnen worden gemaakt, tekent alle verbeteringen die we in onze organisatie doorvoerden en zullen doorvoeren. Maar ik hoop dat dit ons niet ontmoedigt om steeds het goede te doen met het oog op de slachtoffers, en steeds het goede te blijven kiezen om zo goed mogelijk recht te doen aan slachtoffers.”

Lees het voorwoord van mgr. Van den Hende
Download de volledige jaarrapportage van de bisschoppen en hogere oversten