Aartsbisdom > Nieuws > Kerken krijgen meer financiële hulpvragen

Kerken krijgen meer financiële hulpvragen

Het aantal mensen dat bij de Rooms-Katholieke Kerk een aanvraag heeft gedaan voor financiële hulp is ten opzichte van 2009 met ruim 35 procent toegenomen. Ook de parochiële caritasinstellingen in het Aartsbisdom Utrecht merken een forse toename van het aantal financiële hulpvragen. Bij de Protestantse Kerk in Nederland, waar in 2009 al een verdubbeling ten opzichte van 2007 plaatsvond, bleef het aantal onverminderd hoog. Andere kerkgenootschappen constateren een forse toename van 156 procent.

Deze stijging van financiële hulpvragen bij kerken blijkt uit het interkerkelijke onderzoek ‘Armoede in Nederland 2013’ dat door kerken en evangelische gemeenten is gehouden. De hulp die de kerken bieden, bestaat uit financiële giften (86 procent), materiële hulp in natura (63 procent) en financiële hulp verleend door middel van leningen (60 procent). Ook het mogelijk maken van een vakantie (38 procent) komt relatief vaak voor. Deze veelzijdige diaconale inzet is vooral gericht op het verminderen van armoede. De overheid blijft er echter in de ogen van de kerken verantwoordelijk voor dat niemand in armoede hoeft te vervallen. Bij de R.-K. Kerk (parochiële caritasinstellingen, parochies en Vincentiusverenigingen) is het totaal aantal gehonoreerde aanvragen de laatste jaren gestegen. In 2009 waren dit zo’n 10.681 gehonoreerde aanvragen, in 2012 is dit aantal verder gestegen naar 14.957. Het gemiddelde gehonoreerde totaalbedrag voor individuele financiële hulpverlening steeg van € 3.816 (in 2009) naar € 4.916.

Zzp’ers
Uit het onderzoek blijkt verder dat armoede in de Nederlandse samenleving in alle lagen van de bevolking en zowel binnen als buiten de kerken voorkomt. De meest genoemde groepen van mensen met financiële problemen zijn mensen zonder betaald werk (56 procent), alleenstaande ouders met kinderen (48 procent) en mensen met psychologische problemen (35 procent), direct gevolgd door asielzoekers en 65-plussers. Nieuwe groepen zijn mensen met een restschuld op hun hypotheek en zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Kerkelijke pastorale netwerken spelen zelf een grote rol in het signaleren van armoede. Het taboe op armoede lijkt ook in kerkelijke kring te zijn afgenomen.
Het soort problemen waarbij diaconieën en caritasinstellingen met financiële hulp bijspringen, zijn vooral problemen door schulden (45 procent), een langdurig laag inkomen (39 procent) en onvoorziene, hoge uitgaven of financiële tegenslag (24 procent).

Aanbeveling
De diaconale hulpverlening vraagt de nodige ureninzet. Gerekend met een ervaren MBO-professional met een bruto uurloon inclusief werkgeverslasten van € 30 gaat het om € 53.398.060. Kerken en kerkelijke groepen, zo blijkt verder uit het onderzoek, geven concrete hulp en weten mensen in acute financiële nood te bereiken. Tegelijkertijd blijkt dat de overheidsbureaucratie de hulp aan de meest kwetsbare groepen vaak in de weg staat.
Een belangrijke aanbeveling is dan ook dat de landelijke overheid de financiële positie versterkt van mensen die langdurig afhankelijk zijn van het sociaal minimum en weinig kans hebben op (voldoende) werk en om deze mensen bij bezuinigingen te ontzien. De gemeentelijke overheden krijgen, als uitvoerders van het sociale beleid, de aanbeveling om hun dienstverlening te verbeteren en om te investeren in de samenwerking met kerkelijke en belangenorganisaties.