Kostersdag trekt 350 deelnemers
Na eerdere edities met honderden deelnemers organiseerde het Aartsbisdom Utrecht op 2 maart opnieuw een diocesane kostersdag. Het thema van de kostersdag was dit keer ‘De viering van het Paastriduum’ (enkele aspecten van de liturgie van het lijden, sterven en de verrijzenis van de Heer). Net als de vorige maal werd de dag gehouden op drie locaties; in totaal trok de dag 350 kosters.
In het vicariaat Utrecht kwamen de kosters samen in de H. Nicolaas te Baarn, in het vicariaat Deventer in de H. Stephanus te Borne en in het vicariaat Arnhem in de OLV Tenhemelopneming te Huissen. Na de Eucharistieviering waren er drie workshoprondes, onderbroken door een gezamenlijke lunch.
De verloren zoon
In Baarn was de Utrechtse vicaris mgr. Woorts hoofdcelebrant van de Eucharistieviering. In zijn preek stond hij uitgebreid stil bij de Evangelielezing (Lucas 15,1-3 en 11-32), de bekende parabel van de verloren zoon die door de schilder Rembrandt zo treffend is verbeeld. Op dat schilderij in de Hermitage “legt de teruggekeerde zoon zijn hoofd in de schoot van de vader; het is een beeld van zijn wedergeboorte. Hier wordt hij opnieuw geboren als kind van zijn vader, die zich met hem verzoent. Hier gebeurt Pasen,” aldus mgr. Woorts. De vader en de jongste zoon omhelzen elkaar, de oudste zoon staat er onbewogen naast. Wat zal hij doen?
Mgr. Woorts: “De enigen die deze vraag kunnen beantwoorden, zijn wijzelf. Jezus houdt ons die oudste zoon voor als beeld van onszelf. Wat doen wij? Kunnen wij vergeven? Jezus leert ons bidden: ‘zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven.’ Maar oh, wat kan dat moeilijk zijn! De ander kan zo op onze ziel getrapt hebben! En toch, Jezus houdt ons voor: God onze Vader wil verzoening. Daarin gaat Hijzelf voor: Wanneer Hij wordt geslagen aan het kruis, bidt Jezus nog voor zijn beulen: ‘Vader, vergeef het hun want ze weten niet wat ze doen.’ Je moet het maar kunnen, zo bidden!” Dat kan alleen als Gods Geest in ons woont en in ons bidt, zo benadrukte mgr. Woorts: “De Heilige Geest die Jezus schenkt met Pasen tot vergeving van de zonden, tot vrede en verzoening.”
Paaskaars
Mgr. Woorts nam ook één van de drie workshops (over de Goede Week en Pasen, het Paastriduum) voor zijn rekening, de andere twee waren een rondleiding in de gastkerk en aandacht voor het plaatselijk kerkelijk/cultureel gebruik. De Utrechtse vicaris stond daarbij niet alleen stil bij de betekenis van de vieringen in de Goede Week maar benoemde ook de specifieke elementen die voor de kosters in deze periode van belang zijn. “Zo staat gedurende de gehele paastijd de paaskaars bij het altaar. Na de viering van Pinksteren wordt deze gedoofd en naar de doopkapel gebracht. De Paaskaars wordt ontstoken in de paasnacht en dient daarom gedurende de gehele Paastijd reeds te branden voordat de gelovigen naar de kerk komen, voorafgaande aan de viering. Dit is een teken van de éne paastijd vanaf de paaswake.” Voor elke viering had mgr. Woorts de belangrijkste aspecten in het werk van de koster op een rijtje gezet. Ook behandelde hij in vogelvlucht de viering van het Paastriduum vanaf de Oudchristelijke tijd, waarbij hij de belangrijkste ontwikkelingen aanhaalde.
Foto links: Mgr. Woorts geeft tekst en uitleg
Foto rechts: Vicaris Pauw geeft een workshop in Huissen