Aartsbisdom > Nieuws > Priesterbedevaart ‘in grote verbondenheid’

Priesterbedevaart ‘in grote verbondenheid’

De priesters van de ‘Ariënskring’ komen elk jaar op de eerste maandag in september samen voor een dag van ontspanning en ontmoeting. Dit jaar was gekozen voor een ‘tweedaagse’: de dertig deelnemers gingen op 4 en 5 september mee met een priesterbedevaart naar Luxemburg en Echternach.

In Echternach ligt de H. Willibrord begraven (+739), patroon van het Aartsbisdom Utrecht en de Nederlandse Kerkprovincie. Deze Engelse missionaris bracht (vanaf 690) het katholiek geloof naar deze streken en werd de eerste aartsbisschop van de Utrechtse zetel. Op het programma stonden twee Eucharistievieringen, diverse gebedsmomenten en veel ruimte voor onderlinge ontmoeting. Ook de diakens Mauricio Meneses en Ronald den Hartog – die in november priester worden gewijd – waren mee. Kardinaal Eijk zwaaide het gezelschap ‘s ochtends uit vanaf het bisschopshuis aan de Maliebaan, nadat hij het reisgebed had uitgesproken. De Utrechtse hulpbisschoppen Hoogenboom en Woorts gingen ook mee met deze priesterbedevaart. Mgr. Woorts kijkt zeer tevreden terug: “Het was in één woord geweldig. Iedereen had goede zin en het was prachtig om als broeders in het priesterschap twee dagen gezamenlijk op te trekken. Er bestaat veel saamhorigheid: een aantal deelnemers heeft ook samen gestudeerd. Maar er is sowieso een grote onderlinge verbondenheid tussen priesters in het aartsbisdom. Dat ervaar je extra sterk als je samen aan het altaar staat, nu in Luxemburg en Echternach: waarvoor je priester bent en waar je met elkaar deel van uitmaakt, je ervaart en deelt het met elkaar zo’n moment des te meer.”

priesterbedevaart-luxemburgIn de Onze-Lieve-Vrouwe kathedraal van Luxemburg verzorgde mgr. Hoogenboom de preek. De Luxemburgse kathedraal is nauw verbonden met Kevelaer: van het daar aanwezige genadebeeld ‘Consolatrix Afflictorum’ (‘Troosteres der bedroefden’) bevindt het origineel zich in Luxemburg. Mgr. Hoogenboom haalde een korte poëtische tekst aan van een wereld waarin overal pijn geleden wordt, in het groot en in het klein. “Dat is natuurlijk van alle tijden en het gevaar van afstomping, zo van ‘zo was het altijd en zo zal het altijd wel blijven’, ligt altijd op de loer. Maar bij mij bleef dat beeld hangen van een aarde waar overal pijn wordt geleden, waar droefheid heerst. En dat gaf een merkwaardig rauw, leeg gevoel.”
Priesters weten vanuit hun jarenlange pastorale ervaring hoe een mens door het leven geslagen kan worden, aldus mgr. Hoogenbom: “Mensen die je zeggen dat waar je je vinger ook op hun leven legt het pijn doet. En jullie weten ook maar al te goed hoeveel behoefte er bij de mensen, jong en oud, is aan genezing en aan troost. En bij tijd en wijle horen we wellicht zelf ook tot die mensen.”
Maria kent onze smarten en pijnen heel goed, want ook zij heeft geleden, van Betlehem tot Calvarië, van de kribbe tot het kruis. “Wanneer we voelen dat heel ons leven pijn doet, wanneer we vrezen dat de lasten ons in lichamelijk of geestelijk opzicht te zwaar worden, dan mogen we een beroep doen op de Heilige Maagd Maria en haar om hulp en troost vragen. Zij is immers de liefdevolle troosteres in alle geestelijke en lichamelijke noden die ons mensen bedroeven en kwellen.”

priesterbedevaart-selfie-1-kl priesterbedevaart-selfie-2-kl

In Echternach gingen de Utrechtse priesters na afloop van de Mis al zingend in processie naar de crypte. Ze liepen eerst naar de ‘Willibrordbron’, vertelt mgr. Woorts. “We maakten met het water een kruisteken als herinnering aan ons doopsel dat Willibrord ons gebracht heeft.” Daarna verzamelden ze zich rond het graf van Willibrord. “Daar hebben we het geloof van ons doopsel in verbondenheid met de Kerk van alle eeuwen uitgezongen in het Credo. Dat raakt je in je diepste vezels,” aldus mgr. Woorts.
priesterbedevaart-echternach-dhartog-woorts-menesesHij had kort daarvoor in zijn preek in de basiliek van Echternach de slotwoorden van de Evangelielezing als uitgangspunt genomen: ‘Maar zij (de apostelen) trokken uit om overal te prediken, en de Heer werkte met hen mee en schonk kracht aan hun woord door de tekenen die het vergezelden.’ Hij verwees naar de oude schoolplaat ‘Willibrord, de apostel der Friezen’ die in vele klaslokalen hing en nu nog via Marktplaats te koop is. Daarop is Willibrord afgebeeld als missionaris-monnik en niet als bisschop – de schoolplaat hing immers ook in protestantse en openbare scholen. Afgebeeld zijn ook diverse uiterlijke tekenen die indruk op de Friezen moesten maken, zoals een rijk versierde kist met daarin onder andere de H. Schrift en (mogelijk) een reliekentas. “Vanwege die relieken blijkt dat Willibrord op deze afbeelding al naar Rome is geweest. Daar heeft hij de zegen van de paus gevraagd voor zijn missie en heeft hij relieken opgehaald voor de kerken die hij zou stichten. Ook is op de schoolplaat een kleine kerk te zien. Dat moet de Sint Salvator zijn (deze stond op het huidige Utrechtse Domplein) de kerk voor zijn bisschopszetel toen hij in 695 in Rome door de paus tot ‘Aartsbisschop van de Friezen’ was gewijd.”

priesterbedevaart-bij-graf-willibrord-3 priesterbedevaart-bij-graf-willibrord-2

Ook verwees mgr. Woorts naar een ander uiterlijk teken: het pallium dat Willibrord bij zijn bisschopswijding van de paus had ontvangen en dat hij draagt op een miniatuur uit de 9de  eeuw die gemaakt is in Echternach. “Willibrord zit daar op zijn bisschopszetel en houdt het Evangeliarium vast. Het pallium – teken van zijn aartsbisschoppelijke waardigheid en van de eenheid met de bisschop van Rome – moest de verkonding van Gods Woord en de opbouw van de Kerk in onze streken ondersteunen en kracht bijzetten.” De tekenen uit de Evangelielezing verwijzen naar de genezingen en andere wondertekens die het werk van de eerste verkondigers, de apostelen, vergezelden. Ook uit het leven van Willibrord en andere geloofsverkondigers zijn tekenen bekend, al of niet legendarisch, die de verkondiging ondersteunden.
“Ook wij zijn geroepen om het Evangelie te verkondingen,” aldus de Utrechtse hulpbisschop. “Ook tegen ons zegt onze heer Jezus: ‘Ik ben, Ik blijf bij jullie.’ Maar het is nu een moeilijke tijd, we ploeteren en vragen ons af: waar zijn de tekenen nu? Er lijken vaak eerder tekenen van teruggang, van steeds minder gelovigen/kerkgangers te zijn. Hoe dan de moed erin te houden?”
Eenvoudige antwoorden op die vraag zijn er niet. Maar mgr. Woorts wees er in zijn preek wel op dat ook in de tijd van de eerste verkondigers niet alles lukte. Ook Willibrord zag een groot deel van zijn evangelisatiewerk onder de Friezen weer afgebroken worden. “Maar uiteindelijk vertrouwden ze hun werk toe aan de Heer. En dat mogen wij ook doen. De Hebreeënbrief – de tweede lezing – spoort ons aan een voorbeeld te nemen aan het geloof van hen  die ons het eerst het geloof verkondigd hebben. Zij hebben gewerkt, verkondigd in het vertrouwen dat de Heer de wasdom zal geven, ook al zagen zij die zelf niet met eigen ogen. Willibrord schreef in de laatste jaren van zijn leven: ‘In Dei nomine feliciter’. Het wordt onder andere vertaald met: “Moge het in Gods Naam goed gaan”. Dat zijn gelovig vertrouwen, ook ons mag bemoedigen en met vertrouwen verder doen gaan.”

Deze ‘tweedaagse’ was grotendeels georganiseerd door vicaris Ronald Cornelissen. Als dank ontving hij van de deelnemers een CD met het officium van het hoogfeest van Sint Willibrord zoals dit al eeuwenlang in Echternach gezongen wordt.

priesterbedevaart-groepsfoto-luxemburg-kl