Aartsbisdom > Nieuws > Kardinaal Eijk: ‘Er zijn stillen in den lande nodig’

Kardinaal Eijk: ‘Er zijn stillen in den lande nodig’

Zo’n dertig religieuzen kwamen 2 februari bijeen op Dijnselburg (Zeist) voor de jaarlijkse ontmoetingsdag voor religieuzen in het Aartsbisdom Utrecht. Deze dag is internationaal gekoppeld aan het Feest van de Opdracht van de Heer (Maria Lichtmis) op 2 februari. Na het welkomstwoord door kardinaal Eijk begon de dag met een pontificale Eucharistieviering, voorafgegaan door een lichtprocessie.

In zijn preek refereerde kardinaal Eijk aan de lichtprocessie: “We hebben zojuist met brandende kaarsen in de hand de Heer in Zijn huis hier begroet. Daarmee hebben we erkend dat de Messias, de Zoon van God, hier in ons midden is. Je zou zeggen: dat moet iedere christen doen. Maar daarnaast zijn in iedere tijd, maar zeker de onze, de ‘stillen in den lande’ nodig, biddende mensen […] die met een diep innerlijk contact met God en verlicht door de Heilige Geest in een specifieke combinatie van actie en contemplatie, levend volgens de drie Evangelische Raden laten zien dat God aanwezig is, met ons bezig is, dat Hij eigenlijk alles in ons leven zou moeten zijn.”

 
Foto rechts: lichtprocessie

Tekenwaarde
Na de lunchpauze vertelde pater Ignatius Maria Ringhofer C.S.J., broeder van Sint Jan en parochievicaris in de H. Gerardus Majellaparochie, over zijn congregatie en over zijn roeping. Hij noemde gebed en aanbidding, het broederlijk leven en studie als de drie elementen van zijn roeping. In zijn getuigenis ging pater Ringhofer in op zijn inspiratiebronnen. Zo las hij over de kleine Theresia van Lisieux toen hij 17-18 jaar oud was: “Dat heeft mij erg geraakt: die weg van vertrouwen in het feit dat je niet perfect moet zijn om een heilige te worden, maar dat het ook iets van jezelf kan zijn, dat je een heiligheidsstreven in jezelf kunt ontdekken.”

Aansluitend sprak Augustinuskenner pater dr. M. Schrama O.S.A. over ‘Religieus leven en betrokkenheid op de wereld. Augustinus’ visie op het religieuze leven’. In een aantal etappes werkte hij toe naar de tekenwaarde die Augustinus het religieuze leven toekent: “De religieus behoort iedere naaste die hij of zij ontmoet naar God te brengen. […] Want door in alle mogelijke opzichten liefde tentoon te spreiden, plaveit de gemeenschap van religieuzen de weg waarover de naaste tot God kan gaan. Door haar houding en haar woorden moet ze getuigen van de waarheid waarnaar ze op zoek is. […] Vanuit zo’n visie valt het te begrijpen dat de religieuze gemeenschap niet op de eerste plaats gekenmerkt wordt door een driftig engagement en succesvolle werkzaamheden, maar door de tekenwaarde die ze in de wereld draagt. Die tekenwaarde […] ligt gebonden aan de gemeenschap in haar geheel. […] U begrijpt, zusters en broeders, hoe het dramatisch verminderen, zo niet het geheel wegvallen van die tekens, niet alleen voor de Kerk, maar ook voor de wereld een verarming betekent.”

‘Lichtbaken’
Kardinaal Eijk besloot de dag met een korte toespraak, waarin hij inging op de brief ‘Porta Fidei’ waarmee paus Benedictus XVI het huidige Jaar van het Geloof aankondigde. Kardinaal Eijk: “Hierin […] spoort hij alle christenen aan om voor hun medemensen de deur open te zetten van het geloof, in het Latijn de Porta Fidei.” Daartoe wijst de paus vijf wegen, kort samengevat: een ‘authentieke en hernieuwde bekering tot de Heer’, evangelisatie, kennis van de inhoud van het geloof, kennis van de geschiedenis van het geloof en het getuigenis van de liefde. In al deze wegen “hebben religieuzen een groot aandeel,” aldus de kardinaal. “Wij zijn u vanuit het aartsbisdom dan ook zeer erkentelijk voor uw getuigenis van het geloof in ons midden, waardoor u voor mensen een lichtbaken bent en hen ook een houvast biedt.”

Tags: