Niet alleen mgr. Woorts, ook de andere Utrechtse hulpbisschop mgr. Hoogenboom legde in de eerste week van december zijn eerste Ad Limina bezoek aan Rome af. Voor mgr. Hoogenboom was het allereerst een bedevaart, waarbij de ontmoeting met paus Franciscus het hoogtepunt was, zo laat hij weten in een korte terugblik.

“Welk huiswerk hebben de Nederlandse bisschoppen van paus Franciscus meegekregen tijdens het Ad Limina bezoek?, werd mij gevraagd tijdens het voorgesprek voor een radio-interview van het EO-programma ‘Dit is de dag’ van 9 december. Mijn antwoord was dat een Ad Limina bezoek, sinds de instelling ervan in de 16de eeuw, in de allereerste plaats een bedevaart is van bisschoppen naar de graven van de apostelen Petrus en Paulus. En zo blik ik er ook op terug: het Ad Limina bezoek was een kostbare week waarin we als Nederlandse bisschoppen in Rome in de vier grote basilieken (Sint Pieter, Sint Jan van Lateranen, Santa Maria Maggiore, Sint Paulus buiten de Muren), in de Kerk van de Friezen en in de Santa Maria dell’Anima (alwaar de Utrechtse paus Adrianus VI begraven ligt) hebben gebeden. Dat we op maandagmorgen 2 december eerst de Heilige Mis mochten vieren bij het graf van de heilige Petrus in de catacomben van de Sint Pieter en dat we kort daarna de persoonlijke opvolger van deze apostel in het Petrusambt, paus Franciscus, mochten ontmoeten, was voor mij ongetwijfeld het hoogtepunt van ons Ad Limina bezoek.”

Verhouding Eucharistie en diaconie
“In het Lucas-evangelie roept Jezus de apostel Petrus op om zijn broeders, de andere apostelen, te versterken in hun geloof. En dat is precies wat paus Franciscus jegens ons als Nederlandse bisschoppen heeft gedaan. Zich bewust zijnde van de situatie waarin de Nederlandse Rooms-Katholieke Kerk zich bevindt, heeft de paus woorden van hoop en bemoediging gesproken aan het adres van de bisschoppen en alle rooms-katholieken in ons land. Tijdens het ‘kringgesprek’ met de paus mocht ik hem, verwijzend naar Jezus die tijdens het laatste avondmaal de voeten van zijn leerlingen wast (Joh. 13), de vraag voorleggen hoe hij de verhouding ziet tussen liturgie, in het bijzonder de Eucharistie, en diaconie. Het antwoord van paus Franciscus was dat de eredienst aan God en de dienst aan de naaste, vooral de naaste in nood, onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Hij noemde vervolgens ook praktijkvoorbeelden uit het aartsbisdom Buenos Aires, waar hij aartsbisschop was. Daar mogen we de praktijkvoorbeelden in ons aartsbisdom aan spiegelen; bijvoorbeeld de inzameling van voedsel voor de Voedselbank tijdens de Chrismamis in Apeldoorn.”

Vreugdevolle levensopdracht
“Ik zie het als een gave van Gods voorzienigheid dat wij als Nederlandse bisschoppen, anders dan aanvankelijk gepland, het Ad Limina bezoek mochten beginnen met een broederlijke ontmoeting met paus Franciscus. Tijdens de bezoeken aan de pauselijke congregaties en raden hebben we verslag gedaan van de ontwikkelingen in de Nederlandse kerkprovincie sinds het laatste Ad Limina bezoek in 2004. Maar we blikten bij die gelegenheden ook vooruit en dan klonken in de gesprekken telkens weer woorden die verwezen naar de vreugde van het Evangelie, naar de christelijke hoop en naar het Godsvertrouwen waarover paus Franciscus eerder zo warm en inspirerend met ons had gesproken. Een blijde boodschap die ik blijf meedragen in mijn leven en werken als hulpbisschop van Utrecht. Daarbij ging het niet om het krijgen van huiswerk waaraan je met tegenzin begint, maar om bevestiging en bemoediging in de vervulling van een vreugdevolle levensopdracht.”

Foto’s: Ramon Mangold