September 2015

Mgr. Alphons Ariëns en de Emmaüsgangers

Afgelopen zondag 30 augustus werd in Maarssen de sterfdag herdacht van Mgr. Alphons Ariëns. Na een korte gebedsdienst op het kerkhof, gelegen aan de schitterende Vecht, waarbij zijn graf werd bewierookt en met wijwater besprenkeld, vond een plechtige Eucharistieviering plaats in de parochiekerk.

Zoals gebruikelijk ging daarbij de aandacht uit naar het aandeel dat hij had in de opkomst van de Katholieke Sociale Beweging door zijn inspanningen om de levensomstandigheden te verbeteren waarin de arbeidersbevolking in zijn tijd verkeerde. Hij deed dat als kapelaan van de H. Jacobus-parochie te Enschede, waar hij na de afronding van zijn studie in Rome in 1886 door de aartsbisschop van Utrecht werd benoemd. De belangeloosheid en offervaardigheid waarmee hij dat deed en die tot op de huidige dag bewondering afdwingt, kwam rechtstreeks voort uit zijn hart dat brandde uit liefde voor Christus. Dit vuur wilde hij doorgeven aan de mensen die aan zijn pastorale zorgen waren toevertrouwd. Toen hij zich als kapelaan in Enschede inzette voor de arbeiders, had hij niet alleen aandacht voor de verbetering van hun sociaal-economische positie, maar tevens voor hun vorming tot overtuigde christenen.

Daarnaast verdient het aanbeveling om stil te staan bij de wijze waarop hij tussen 1901 en 1928 invulling gaf aan zijn priesterschap en zijn pastoraat als pastoor van Steenderen en later Maarssen. Bij de ontmoeting met de deelnemers aan deze gedachtenis na de Eucharistieviering in de pastorie van Maarssen, waar Mgr. Ariëns als pastoor van deze plaats heeft gewoond, sprak ik enkele mensen – inmiddels op gevorderde leeftijd – wier ouders Mgr. Ariëns nog hadden meegemaakt. Zij vernamen van hun ouders, dus uit eerste hand, hoe onzelfzuchtig Mgr. Ariëns was. Hij betrachtte tegenover armen in zijn parochie zo’n grote edelmoedigheid dat hij bereid was hen zelfs zijn laatste kledingstukken te geven. Als priester, seminarist en christen ontmoeten we in de persoon van Mgr. Ariëns een groots en onvergetelijk voorbeeld.

Overigens zijn niet alleen het voorbeeld dat hij gaf, maar ook de waarschuwingen die hij uitte aan het adres van zijn gelovigen, nog steeds hoogst actueel. In zijn geschrift Verdieping van het godsdienstig leven schreef Mgr. Ariëns dat we eigenlijk zouden moeten zijn als de Emmaüsgangers die onderweg met de Verrezen Heer mochten oplopen:

“Alleen langs deze weg zal Jezus Christus ophouden te zijn wat Hij voor menige katholiek is:
een min of meer vage figuur, die 1900 jaar geleden zo heel ver weg in het Joodse land
tussen allerlei vreemde mensen heeft rondgewandeld, maar zal Hij vlees en bloed
voor ons krijgen, zal Hij ons heel nabij zijn, zal Hij, om het zo te zeggen, met ons door
het leven gaan, zoals Hij eenmaal wandelde met de Emmaüsgangers.”

Zoals alle grote geesten doorzag Mgr. Ariëns zijn tijd en had hij tevens een vooruitziende blik. De Franciscaan pater Lohman, de eerste postulator in het zaligverklaringsproces, schrijft in zijn biografie van Mgr. Ariëns dat deze in de jaren twintig van de vorige eeuw bezorgd was om de toen groeiende welvaart en het verlies aan moreel besef dat zich onder arbeiders – maar niet alleen onder hen – manifesteerde:

“Door het eeuwige uitgaan, genieten en feestvieren groeide een verwende,
vadsige en verwekelijkte generatie op, die regelrecht in de armen van het
moderne heidendom gedreven wordt … De bezorgdheid voor de gevaren,
die ons volk door de toenemende genotszucht bedreigden, heeft hij met zich
mede in het graf genomen.”

Wij kunnen zo’n 90 jaar later vaststellen hoezeer zijn vrees bewaarheid is. Vooral door de snelle toename van de welvaart, het individualisme en de eeuwige hunkering naar vermaak werd de band tussen het christelijk geloof en het leven van alledag steeds zwakker. De geloofsbeleving werd geleidelijk meer en meer veruiterlijkt en formeel. Zij verdween eerst uit de harten en later volledig uit het leven van de meerderheid in West-Europa. Het katholiek-sociale denken van Mgr. Ariëns mag dan niets aan actualiteit hebben ingeboet, dit geldt evenzeer voor zijn oproep om een brandend hart voor Jezus te hebben en naar het voorbeeld van de Emmaüsgangers in ons leven bewust met Hem op te trekken.