Utrechtse Romepelgrims vieren Mis in Friezenkerk

Met verschillende vluchten kwamen de groepen pelgrims uit het Aartsbisdom Utrecht op 27 april aan in Rome voor de Nationale Bedevaart vanwege het Heilig Jaar 2025. De twee groepen die al in de ochtend landden, maakten ‘s middags een wandeling naar het Sint Pietersplein en de wijk Trastevere. Alle Utrechtse groepen (zo’n 200 pelgrims) kwamen om 19 uur samen in de Friezenkerk voor de Eucharistieviering, met mgr. Woorts als hoofdcelebrant.
Ook de Utrechtse jongeren, die een dag eerder per bus waren vertrokken, arriveerden deze dag in Rome. Pastor Gauthier de Bekker en pastor Paulus Tilma verzorgen de pastorale begeleiding van deze groep. De jongeren uit het aartsbisdom vierden eerder op de dag met hun eigen groep de Mis in de Friezenkerk. Ze namen ook deel aan de internationale jongerenbijeenkomst rond Carlo Acutis, wiens heiligverklaring door het overlijden van paus Franciscus is uitgesteld.

Foto: Ramon Mangold

Foto: Ramon Mangold

Foto: Ramon Mangold

Foto: Ramon Mangold
De wandeling van de twee Utrechtse groepen pelgrims in de middag voerde onder meer naar de Santa Maria in Trastevere, één van de belangrijkste Mariakerken in Rome en ‘thuisbasis’ van de beweging Sant’Egidio die zich in vele landen inzet voor de armen. Nabij de kerk is het kantoor van Sant’Egidio met het beeld van Christus als zwerver op een bankje. De dakloze persoon is alleen herkenbaar als Jezus door de wonden in zijn voeten. “Bij de Gemeenschap van Sant’Egidio staat vriendschap met de armen centraal,” aldus Sant’Egidio. Het beeld ‘Homeless Jesus’ van de Canadese kunstenaar Timothy P. Schmalz “benadrukt dit belang van vriendschap met de armen en moedigt mensen aan om niemand in de steek te laten.” Het origineel werd in 2013 in Toronto geplaatst; sindsdien zijn er – verspreid over de hele wereld – meer dan 50 kopieën geïnstalleerd.
Maar er was uiteraard ook tijd om op een terras even bij te komen van de vermoeienissen en indrukken.
Bij de viering in de Friezenkerk kwamen alle pelgrims uit Aartsbisdom Utrecht voor het eerst samen in Rome. In zijn inleidend woord zei mgr. Woorts – bisschop-referent voor de bedevaarten – dat hij “dankbaar is dat zoveel Nederlanders in dit Heilig Jaar op bedevaart naar Rome zijn gegaan, waaronder een grote groep uit het Aartsbisdom Utrecht.” Hij verwees ook naar de uitvaart van paus Franciscus een dag eerder, die liet zien “hoe belangrijk wereldwijd het geloof is, en de vrede en gerechtigheid zijn waartoe wij als christenen geroepen zijn om die te dienen.” Ook noemde hij de heilige Willibrord, die in de zevende eeuw al vanuit onze streken naar Rome pelgrimeerde.
In zijn preek stond vicaris Corenlissen eveneens stil bij de uitvaart van paus Franciscus. “Hier op een steenworp afstand van het Sint Pietersplein waar vandaag precies een week geleden op Eerste Paasdag paus Franciscus de zegen Urbi et Orbi gaf en nog een ronde maakte over het plein – achteraf gezien een afscheidsronde. En gisteren was hier de indrukwekkende uitvaart, bijgewoond door honderdduizenden gelovigen. Toch wat vreemd want het was paus Franciscus die ons uitnodigde om dit jaar als pelgrims van hoop naar Rome te komen.”
Als pelgrim van hoop is Franciscus nu aangekomen in het hemels vaderhuis, aldus Cornelissen: “Dankzij het lijden, de dood en de verrijzenis van Christus is de poort naar de hemel wagenwijd geopend, voor paus Franciscus en voor ons.”
In de dagen na de dood van Christus zaten de apostelen echter angstig bij elkaar. Ze waren bang voor de Joodse leiders “maar waarschijnlijk ook voor Hem, voor hun Heer en Vriend Jezus zelf,” aldus Cornelissen. “Want ze hadden Hem – op de apostel Johannes na – in de steek gelaten op de dag van de kruisiging. En nu bleek dat enkele vrouwen Hem weer hadden gezien.” Maar als Hij plotseling in hun midden staat, volgen van Zijn kant geen verwijten. Cornelissen: “Zijn eerste woord is ‘vrede’. Hier ontmoeten de leerlingen Jezus die het beeld, het gelaat is van Gods Barmhartigheid. Deze zondag Beloken Pasen noemen we daarom ook de zondag van de goddelijke Barmhartigheid.”
Dit alles speelde zich af op de avond van de Eerste Paasdag, als de apostel Tomas er niet bij is. Acht dagen later – vandaag – is hij er wel bij. Hij kon eerder de andere leerlingen niet geloven als ze vertellen dat ze de Heer hebben gezien. “Hij kan dat pas geloven als hij de kruiswonden heeft gezien,” aldus Cornelissen. “Hij had zich teruggetrokken van de andere leerlingen, zoals mensen wel vaker alleen willen zijn met hun pijn en verdriet. Maar wie alleen blijft, mist de ervaring en de ondersteuning van andere mensen. Je hebt anderen nodig om tot geloof te komen en om je geloof levend te houden.” Zoals Tomas de ontmoeting met de Heer miste op Paaszondag, zo missen velen die niet meer ter kerke gaan de ontmoeting met Christus. “Wat jammer eigenlijk, het is iedereen zo gegund,” zo zei Cornelissen.
Als Tomas de kruiswonden acht dagen later met eigen ogen ziet, gelooft hij. Cornelissen: “Jezus zegt: ‘Tomas, je gelooft omdat je ziet. Zalig die niet zien en toch geloven!’ En dat gaat over ons… Wij zien de Heer nog niet van aangezicht tot aangezicht. Maar we mogen Hem wel herkennen in het breken van het brood. Hij is hier in ons midden in Woord en Sacrament – in de Eucharistie. … We mogen Hem hoopvol tegemoet gaan en Hem dan zien van aangezicht tot aangezicht. Zo gaan we als pelgrims van hoop door het leven.”