Altaarwijding markeert heropening St. Augustinuskerk
![](https://www.aartsbisdom.nl/wp-content/uploads/2025/02/Heropening_Sint_Augustinus-33-web-1024x683.jpg)
De St. Martinusparochie in Utrecht vierde op zondag 2 februari de plechtige heropening van de Sint Augustinuskerk. Na de jarenlange restauratie was de kerk al wel in gebruik, maar de altaarwijding op 2 februari (Opdracht van de Heer in de tempel – Maria Lichtmis) door kardinaal Eijk vormde de officiële heropening. Om de restauratie van het kerkinterieur te ‘vervolmaken’ had kunstenaar Pim van Dijk op verzoek van de parochie een nieuw consecratie-altaar en een ambo (lezenaar) ontworpen, in stijl met het hoofdaltaar.
Secretaris Joosten van het parochiebestuur zei in zijn welkomstwoord van de viering dat bij het nieuwe altaar “traditie en vernieuwing hand in hand gaan, het altaar sluit aan bij de vormen en kleuren van het kerkinterieur.” Tijdens de pontificale hoogmis goot kardinaal Eijk onder meer chrisma uit over het altaar en plaatste er een schrijntje in met een reliek (een botsplinter) van de heilige Augustinus. Concelebranten in de viering waren pastoor Boogers, pastor De Bekker en pater Schrama o.s.a. die als Augustijn al jaren aan de Augustinuskerk is verbonden. Na de viering was er een receptie met koffie/thee en broodjes, gevolgd door een videopresentatie en rondleidingen door de kerk en naar het gerestaureerde orgel.
In zijn preek riep kardinaal Eijk in herinnering dat 2 februari precies 40 dagen na Kerstmis valt: “Daarom gedenken we vandaag hoe Maria en Jozef samen met Jezus naar de tempel in Jeruzalem optrokken om Hem daar aan God op te dragen. Joden waren verplicht om hun eerstgeboren zoon 40 dagen na zijn geboorte in de tempel aan God op te dragen, ter herinnering aan het feit dat Hij bij de uittocht van het volk uit Egypte de eerstgeborenen van de Joden spaarde.”
Wij christenen kennen niet de Joodse ritus van de opdracht in de tempel, aldus kardinaal Eijk. “Maar wij worden ook door onze ouders aan God opgedragen. En dat doen zij niet alleen bij de eerstgeboren zoon, maar bij al hun kinderen. Dat gebeurt in het sacrament van het doopsel. Wie als volwassene wordt gedoopt, draagt uiteraard zichzelf op aan God. In het doopsel ontvangen wij de heiligmakende genade, … daardoor behoren we geheel aan God toe.”
Ieder kind behoort toe aan God, “waarom is dan nog die toeheiligende ritus van het doopsel noodzakelijk? Door de erfzonde is er een scheiding tussen God en mens, die door de mens zelf veroorzaakt is. Bij de erfzonde gaat het niet om een persoonlijke daad, maar om een toestand. … Door de toeheiligingsritus van het doopsel wordt deze breuk ongedaan gemaakt en gaat de gedoopte zonder enige belemmering aan God toebehoren.”
Een ander bijzonder moment waarop we onszelf aan God opdragen is het moment waarop we aan de Eucharistie deelnemen, zo memoreerde kardinaal Eijk. Door de Eucharistie wordt onze opdracht aan God volledig: “Het offer van de Eucharistie, de onbloedige tegenwoordigstelling van Christus’ kruisoffer, vindt plaats op het altaar. Het is daarom een bijzonder moment dat we juist op het feest van de opdracht van de Heer dit altaar aan God toeheiligen.”
Foto: Ramon Mangold
De Utrechtse aartsbisschop schetste de symboliek en betekenis van de wijding: in tegenstelling tot een zegening brengt een wijding in strikte zin een innerlijke verandering in het wezen van het object teweeg. Daarom kan een wijding niet worden herhaald, aldus kardinaal Eijk. “Het altaar wordt door de wijding een symbool van Christus. Als teken hiervan kust de priester aan het begin van de Eucharistieviering het altaar. Feitelijk gaat het hier om een kus om Christus te begroeten. De wijding vindt plaats door gebed, door het uitgieten van chrisma over het altaar en door het bewieroken ervan. In het woord chrisma herkennen we de naam van Christus. Christus oftewel Messias betekent de Gezalfde. Chrisma is olijfolie gemengd met een geurend balsem. De aangename geur van deze olie is een verwijzing naar de verrijzenis van Christus. Zijn lichaam wordt niet door bederf aangetast, maar verrijst op de derde dag uit het graf. Ook de bewieroking van het altaar is een verwijzing naar de verrijzenis. De aangename geur van de wierook die opstijgt, is ook beeld van onze gebeden die naar God opstijgen.”
“We dragen met Christus onszelf op als gave aan God. Wij bidden dat velen dat aan dit altaar in de St. Augustinuskerk mogen doen. En dat wij allemaal hier de kracht ontvangen om Hem trouw na te volgen en ons leven daardoor ook in de goede reuk mag komen te staan van liefde jegens God en jegens de mensen.”
De bouw van de St. Augustinuskerk (een Waterstaatskerk naar een ontwerp van de architect Karel Georg Zocher) startte in 1839. Deze kerk in neoclassicistische stijl is door de jaren heen zo goed als intact gebleven. Het interieur heeft een barokke stijl; zeker het hoogaltaar, de zijaltaren en de preekstoel zijn hiervan uitingen.
Pim van Dijk voelde zich vereerd toen hij in september 2023 het verzoek kreeg een altaar te ontwerpen voor de Augustinuskerk: “Zo een mooie inspirerende kerk. Alhoewel mijn bedrijf al een aantal jaren gestopt is, kon deze opdracht niet voorbij gaan, een prachtig laatste ontwerp. Het moest het stralende middelpunt worden in de mooie gerenoveerde kerk, en ook passen bij de bestaande inrichting. Een kunstwerk, eigentijds, met respect voor het klassieke interieur.” Met pastoor Hans Boogers sprak hij veel over de symboliek van het altaar. “Van belang is dat deze tijdloze symboliek ook in dit eigentijds ontwerp herkenbaar is. Het altaar en de ambo zijn ontworpen met een digitaal tekenprogramma en hebben de glooiende vormen passend bij de vormen van het grote tabernakelaltaar dat op de achtergrond staat. Het is gemaakt van eigentijdse materialen, geschilderd als carrara marmer. De vier zijden hebben een kruisvormige opening die naar het absolute middelpunt leidt. Het middelpunt van het altaar én van de kerk. Dit benadrukt de sacraliteit en waardigheid van het altaar.”
Foto’s: Luuk van Kuijk