September 2024

Waar heb ik Jezus eigenlijk voor nodig?

We komen weleens van die mensen tegen die zeggen: “Ik zondig toch nooit! Waar zou Jezus door Zijn kruisdood en verrijzenis mij dan eigenlijk van moeten verlossen; of waarom zou ik moeten biechten? Ik heb nog nooit iets gedaan dat tegen de tien geboden ingaat. Ik vloek niet, heb nog nooit iemand om zeep geholpen, pleeg overspel noch echtbreuk, ik kick niet op de buurvrouw en ik blijf van haar af. Kortom, ik ben gewoon een hele goeie kerel.”

De tien geboden kennen we als christenen natuurlijk allemaal uit ons hoofd. Nou ja, bij katholieken is dat hopelijk het geval …

Hoe dan ook: ben je nou een goeie peer als je je aan de letter van de tien geboden houdt, zodat je Jezus niet nodig hebt en nooit hoeft te biechten? Mensen die zo denken, vergeten dat de tien geboden de bodem van de moraal en de liefde aangeven: als je iemand vermoordt, overspel pleegt of op de buurvrouw kickt, dan zak je door de bodem van de moraal en de liefde. Een handeling die tegen de tien geboden ingaat is altijd een liefdeloze handeling.

Maar de tien geboden omvatten veel meer dan we op het eerste gezicht misschien zouden denken. Het vijfde gebod ‘Gij zult niet doden’ (Ex. 20,13; Deut. 5,17) bevat ook een positieve opdracht: namelijk dat we op een liefdevolle en toegewijde wijze zorgdragen voor het eigen leven dat we van God hebben gekregen en dat van medemensen: dat hun leven niet wegkwijnt in eenzaamheid, dat mensen die moeilijk kunnen rondkomen toch voldoende en gezond voedsel kunnen eten, dat we extra zorg besteden aan ouderen en gehandicapten.

Is alleen leven naar de letter van de tien geboden ook geen lippendienst? Dit is het verwijt van Jezus aan het adres van Zijn volk, dat geneigd is de eredienst aan God te zoeken in het naleven van een serie geboden rond uiterlijke handelingen, zoals het reinigen van bekers en andere zaken voor de maaltijd, het verbod op het nuttigen van bepaald voedsel, de besnijdenis van mannen en het verrichten van een aantal gebeden volgens vastgestelde formulieren op vaste uren van de dag (zonder persoonlijk gebed, Mc. 7,1-23).

Als we de volle inhoud van de tien geboden bekijken, dus ook de opdrachten die eruit voortvloeien, dan zullen we niet zo gauw beweren dat we een goeie peer zijn, dat we Jezus niet nodig hebben en dat biechten voor ons niet nodig is.

Door het vormsel ontvangen we een bijzondere kracht van de Heilige Geest om getuige te zijn van Jezus in woord en daad. Als ze ons op school of op het werk vragen wat we nou precies geloven, dan moeten we daar frank en vrij antwoord op geven. Maar als mensen merken dat we ook daadwerkelijk leven naar Jezus’ voorbeeld, dat we betrouwbaar zijn, dat mensen op ons kunnen rekenen en dat we hen liefdevol bejegenen, dan maakt dat ons getuigenis van het christelijk geloof heel sterk. Dan zullen mensen in onze omgeving zeggen: “Ze zeggen dat ze in Christus geloven, maar ze leven er verdraaid ook nog naar!”