Sfeervolle viering in Utrecht rond reliekschrijn Bernadette
De reliekschrijn van de heilige Bernadette was van 18-20 april in Utrecht. In de St. Catharinakathedraal was op vrijdagavond 19 april een drukbezochte Eucharistieviering rond de schrijn met aansluitend een Lichtprocessie. Hoofdcelebrant was kardinaal Eijk, Michel Daubanes pr. (rector van het Heiligdom in Lourdes) was samen met de Nederlandstalige aalmoezenier van Lourdes Dominique Derkoningen voor deze viering naar Utrecht gereisd.
Plebaan Boogers heette hen en alle andere aanwezigen – waaronder een tienergroep – welkom bij aanvang van de viering. Een speciaal woord van welkom richtte hij tot de mensen die Bernadette als roepnaam of doopnaam dragen of als religieuze: één van de zusters karmelietessen in Arnhem die naar Utrecht waren gekomen. Een aantal aanwezigen droeg de blauwe sjaal van de bisdombedevaart naar Lourdes uit 2023.
Zuster Bernadette van de zusters karmelietessen in Arnhem keek zeer uit naar de avond, zo vertelde ze: “Ik vind het heel bijzonder dat de reliekschrijn hier is. Toen ik voor het eerst hoorde dat de relikwie naar Nederland kwam, werd ik helemaal ontroerd – nu weer! Ik ben zo gewend aan mijn naam, dan sta je er niet zo bij stil. Maar ineens voel je die band door je naam. Daardoor en omdat ik voor mijn intreden drie keer in Lourdes ben geweest (als ‘infirmière’ zoals dat genoemd werd, via de jongerenvereniging) zei ik tegen onze overste, zr. Lucia: ‘daar wil ik naartoe!’ Ik sta open voor hoe het vanavond komt. Het is in ieder geval prachtig.”
Foto: Fleur Wiersma
In zijn preek verbond kardinaal Eijk het teken dat Jezus verrichtte tijdens de bruiloft te Kana met het leven van Bernadette. Tijdens deze bruiloft veranderde Jezus op verzoek van zijn moeder Maria water in wijn. Kardinaal Eijk: “Opvallend is dat Jezus dit eerste teken verricht op voorspraak van zijn moeder Maria. Terwijl Jezus zich openbaart als meer dan een mens, Gods Zoon, openbaart Maria zich als een machtige voorspreekster. Dat is zij ook voor veel mensen in Lourdes geweest en dat is zij nog steeds, nadat zij daar in 1858 achttien maal aan Bernadette was verschenen. De wijn die Jezus op voorspraak van Maria uit water maakt, smaakt veel beter dan die welke aanvankelijk is geschonken. Daarentegen lijkt het op het eerste gezicht alsof door de tussenkomst van Maria voor Bernadette het tegenovergestelde het geval is: dat de ‘wijn’ in haar leven steeds slechter gaat smaken.”
Zo raken de Mariaverschijningen door de loslippigheid van haar zusje en een vriendinnetje snel in Lourdes bekend. Bernadette wordt vervolgens op onaangename en beledigende wijze verhoord door de commissaris van politie en de officier van justitie. “De smaak van de ‘wijn’ die haar ten deel valt, lijkt al slechter te gaan smaken,” aldus kardinaal Eijk. “Zo wordt zij ook hard bejegend door de pastoor van haar parochie, die haar aanvankelijk niet wil geloven. Diezelfde belediging valt haar ten deel van de kant van zuster Marie Therèse Vazous, die op school lerares is van Bernadette. Ze maakt haar vaak belachelijk, omdat ze de slechtste leerling van de klas is. Om die reden wordt ook lange tijd haar eerste heilige communie uitgesteld, terwijl ze er innig naar verlangt om Jezus in het sacrament van de Eucharistie te ontvangen.”
Diezelfde zuster Marie Thérèse komt Bernadette weer tegen als deze is ingetreden bij de zusters van Nevers. Ze twijfelt openlijk of Bernadette in Lourdes Maria wel heeft gezien en als Bernadette mank gaat lopen, noemt ze haar een aanstelster die zo om aandacht vraagt. Uiteindelijk laat Bernadette aan Marie Thérèse haar knie zien, die rood is en opgezwollen tot de grootte van een kinderhoofdje. Kardinaal Eijk: “Ze ziet in één oogopslag dat Bernadette lijdt aan tuberculose van de knie, een in die tijd onbehandelbare, uiterst pijnlijke ziekte. Bernadette zal daar zeven jaar lang onder gebukt gaan. Een aanstelster is ze dus bepaald niet. Deze ervaring brengt in zuster Marie Thérèse in één klap een totale ommekeer teweeg. Van een criticaster van Bernadette wordt ze voor haar een liefdevolle en hartelijke ziekenverzorgster.”
“Werd de ‘wijn’ – in tegenstelling tot wat bij de bruiloft te Kana gebeurt – in het leven van Bernadette steeds minder? Maria heeft Bernadette gezegd dat ze haar geen leven zonder lijden en tegenslag kon beloven, maar wel het eeuwige geluk na haar dood. Als we kijken naar de bekering van zuster Marie Thérèse dan is er ieder geval een heel mooie vrucht van het lijden van Bernadette te constateren,” aldus de Utrechtse aartsbisschop. “Maar ook in Bernadette zelf zien we de vruchten van haar lijden. Nooit komt zij in opstand tegen de vernederingen die haar in het klooster worden aangedaan met als doel te voorkomen dat zij als gevolg van de Mariaverschijningen ijdel zou worden. Integendeel, zij wordt een religieuze met een diep gebedsleven, een steeds inniger relatie met Christus, een steeds grotere liefde voor Maria, haar medezusters en andere medemensen. In dit opzicht mogen we rustig vaststellen dat de ‘wijn’ in het leven van Bernadette steeds beter wordt.”
“Uiteindelijk is zij door de Kerk heilig verklaard, wat wil zeggen dat de Kerk een garantie heeft gegeven dat Bernadette in de hemel is. Kortom, ook bij haar wordt op voorspraak van Maria de ‘wijn’ in haar leven steeds beter en na haar leven op aarde volmaakt.”
Foto: Fleur Wiersma
Rector Daubanes dankte na de viering voor de uitnodiging om bij deze avond aanwezig te zijn. “Het is voor mij een grote vreugde om hier met u te zijn rond Bernadette die wij beminnen en die ons al zoveel jaar de weg wijst. Ik ben zeer verheugd over deze rondgang van de reliek en voor wat ze al mogelijk heeft gemaakt in onze harten. De genadetekenen zijn vanzelfsprekend in Lourdes maar ze zijn ontegenzeggelijk ook hier in uw midden. De verering van de relieken is in uw bisdommen met vele vieringen heel mooi geweest – de genade van de ontmoeting van Maria met Bernadette houdt niet op wonderen te bewerken. Dat is reden voor grote dankbaarheid. Dankzij u allen gaan we bekrachtigd en gesterkt terug om altijd weer de boodschap van genade die in Lourdes wordt beleefd uit te dragen.”
Voorafgaand aan de Lichtprocessie las mgr. Woorts voor uit een brief van de H, Bernadette, waarin zij verslag doet van de verschijningen. Ondertussen werd het licht van de Paaskaars doorgegeven aan alle aanwezigen. Vanwege de grote drukte liep slechts een beperkte groep – onder wie de celebranten en een aantal jongeren – daadwerkelijk door de kerk, de anderen bleven in de kerkbanken.
Foto: Fleur Wiersma
Foto: Fleur Wiersma
De schrijn was op 18 april aan het eind van de middag gearriveerd in Utrecht. Na een kort gebedsmoment was er in de avond een Eucharistieviering met Lichtprocessie, met pastor Smits als celebrant. Zaterdag 20 april was er overdag in de kathedraal een (gebeds)programma rond de reliekschrijn. ‘s Middags werd na een Eucharistieviering met mgr. Woorts als hoofdcelebrant afscheid genomen van de schrijn, die vervolgens naar het bisdom Breda reisde.