Januari 2024

Voor de christen is heel het leven goddelijke eredienst

Op het Hoogfeest van Driekoningen gedenken en vieren we dat wijzen uit het oosten de pasgeboren Jezus in een armoedige stal te Bethlehem vinden op geleide van een ster. Wie zijn die wijzen eigenlijk? Met deze term konden heel uitlopende persoonlijkheden worden bedoeld. Het Griekse woord ervoor in het Evangelie volgens Matteüs (Mt. 2,1-12), ‘machoi’, doet sterk denken aan tovenaars (magiërs). Het kon inderdaad op mensen slaan die zich met occulte praktijken ophielden. Dit wordt echter door Matteüs niet bedoeld, want occulte praktijken komen van de duivel. Wijzen konden ook Perzische priesters zijn.

Matteüs heeft het waarschijnlijk over Perzische sterrenkundigen. Vandaar dat God vanwege hun dagelijks werk, het bestuderen van de sterrenhemel, een ster gebruikt om ze naar de stal van Bethlehem te brengen. Zij zijn onze voorgangers, in die zin dat zij evenals wij heidenen zijn, dat wil hier zeggen niet-Joden.
God gebruikt hun menselijke wetenschap om ze de weg naar Jezus te wijzen. De wijzen geven aan God menselijke geschenken: goud, mirre en wierook. Die kunnen ze God geven, omdat Hij zich in de vorm van een mens aan hen openbaart. Dat kan omdat in Jezus Gods Zoon mens geworden is. Met andere woorden: God houdt geen afstand tot ons, maar is in ons dagelijks leven aanwezig.

Dat blijkt ook uit de andere momenten waarop Jezus zich voor het eerst als Gods mens geworden Zoon manifesteert. Bij de doop van Jezus in de Jordaan door Johannes de Doper wordt Hij als mens vervuld door de Heilige Geest en openbaart God de Vader vanuit de hemel dat Jezus Zijn Zoon is, Hij drukt ons op het hart om naar Hem te luisteren. Jezus heeft het doopsel niet nodig om van de erfzonde bevrijd te worden of vergeving van andere zonden te verkrijgen. Maar wanneer Hij afdaalt in het water, dan wordt het water geheiligd. Het kan daardoor wanneer iemand bij het doopsel ermee besprenkeld wordt en de woorden “ik doop u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest” worden uitgesproken de gave van de Heilige Geest op de dopeling overdragen. Deze wordt daardoor kind van God en lid van Gods familie op aarde, de Kerk. Doordat God in Jezus mens wordt, raakt de hemel de aarde in alledaagse zaken.

Dat zien we eveneens bij de derde keer dat Jezus zich als Gods Zoon openbaart. Dit betreft de verandering van water in wijn om een pasgetrouwd stel te behoeden voor een lelijke afgang op de dag van hun huwelijk (Joh. 2,1-11). Ook dit maakt duidelijk dat Gods Zoon door Zijn menswording in ons dagelijks leven wil zijn. Jezus verheft bovendien het huwelijk tot een sacrament. Hierdoor raakt ook in de menselijke werkelijkheid van het huwelijk de hemel de aarde. Tevens verwijst de verandering van het wonder te Kana naar de Eucharistie, waarin alledaagse zaken als water en wijn in het Lichaam en Bloed van Jezus veranderen. Hierin raakt de hemel op sacramentele wijze nog het meest intensief de aarde.

Deze drie gebeurtenissen, het bezoek van de wijzen aan de pasgeboren Jezus, de doop van Jezus in de Jordaan en de aanwezigheid van Jezus bij het huwelijk in Kana, worden van oudsher gezien en gevierd als de eerste momenten waarop God zich in Christus als mens – niet alleen bij het Uitverkoren Volk, maar bij alle mensen – onder ons manifesteert. Zij laten zien dat God in onze alledaagse werkelijkheid een plaats wil hebben. Hierin leven wij en proberen we – gevoed door het luisteren naar Gods Woord in de Schrift en onze deelname aan de sacramenten – zo goed mogelijk als christenen te leven.

De Zwitserse theoloog Hans Urs von Balthasar (1905–1988) zei in een preek op Driekoningen dat we pas door de verschijningen van God als mens in Christus “… beginnen te vermoeden hoever de goddelijke almacht in de werkelijkheid reikt. Er kan daarom geen diepere eredienst zijn dan de christelijke eredienst, die authentiek is.” Met andere woorden: niet alleen de liturgie, maar heel het christelijk leven is voor de christen een eredienst aan God.