Kardinaal Eijk ging op Allerzielen (2 november), de dag waarop de R.-K. Kerk de overledenen herdenkt, traditiegetrouw naar begraafplaats St. Barbara in Utrecht voor de zegening van de graven. Voorafgaand was hij de hoofdcelebrant tijdens de maandelijkse Eucharistieviering in de kapel van de begraafplaats. Pastoor Boogers van de Utrechtse St. Martinusparochie concelebreerde. Na afloop van de viering konden de misgangers een zojuist door de kardinaal gezegend lichtje meenemen voor een te bezoeken graf.

In zijn preek memoreerde kardinaal Eijk dat de periode rond Allerzielen “voor iedereen van ons zware en droevige dagen zijn in ons leven. Maar we dragen dit leed niet zonder hoop. En waarop stellen wij dan onze hoop? Eigenlijk moet de vraag anders luiden: op wie stellen we onze hoop? En die Persoon is Christus.”
De kardinaal stelde dat “onze overledenen nu nog voortleven alleen als hun ziel. Die ziel kan – en dat hopen we allemaal vurig – al bij God zijn en delen in het eeuwige geluk in afwachting van de verrijzenis. […] Veel zielen van overledenen zouden best voor eeuwig bij Hem willen zijn, maar zijn daar nog niet aan toe, God gunt hen ook na de dood een traject van barmhartigheid en uitzuivering. Dit noemen we het vagevuur. […] Voor deze zielen bidden wij en dragen wij dit Misoffer op.” De lichtjes die na afloop van deze Mis gezegend werden, “zijn evenals de brandende paaskaars een symbool voor de Verrezen Heer,” aldus kardinaal Eijk. “Hiermee spreken wij ons gebed uit en de hoop dat zij aan het einde der tijden mogen verrijzen tot het eeuwig leven bij God.”

Het graf van kardinaal Simonis

Het graf van voormalig rector en vicaris-generaal P. Rentinck

Het graf van kardinaal De Jong

Met storm Ciarán in aantocht liep de Utrechtse aartsbisschop na de Mis onder andere langs de graven van de Utrechtse bisschoppen, die hij zegende met wijwater. Vanwege de harde wind waren er tevoren op een aantal graven al lichtjes geplaatst in verzwaarde glazen potten. Kardinaal Eijk begon bij het graf van kardinaal Simonis en zegende vervolgens het graf van de eerder dit jaar overleden voormalig rector en vicaris-generaal P. Rentinck.

Omdat de kapel van de begraafplaats deels in de steigers staat, was het vanwege de aankomende storm nog even de vraag of het veilig genoeg was het gebruikelijke ‘rondje om de kerk’ te lopen – maar dit bleek gelukkig geen probleem. Zelfs de grafkelder was toegankelijk.

Na terugkomst in de kapel bood een parochiane uit Utrecht een herinneringsmunt aan kardinaal Eijk aan. Deze munt is uitgegeven bij gelegenheid van het bezoek (1985) van paus Johannes Paulus II aan Nederland en haar vader had deze destijds gekregen. Omdat ze het belangrijk vindt dat deze gedenkmunt in het aartsbisdom blijft, schonk ze hem aan de aartsbisschop.

St. Barbara
Op begraafplaats St. Barbara liggen sinds het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 alle overleden voorgangers van kardinaal Eijk als aartsbisschop van Utrecht begraven: mgr. Schaepman, mgr. Snickers, mgr. Van de Wetering, mgr. Janssen, kardinaal De Jong, kardinaal Alfrink, kardinaal Willebrands en kardinaal Simonis. Alleen de eerste aartsbisschop sinds 1853, mgr. Zwijsen, ligt elders begraven. Ook hulpbisschop Hendriksen en diverse vicarissen-generaal en andere priesters van het aartsbisdom hebben op begraafplaats St. Barbara hun laatste rustplaats.