In Beauraing worden elk jaar op de feestdag van Maria Koningin (22 augustus) de verschijningen van Maria aldaar gevierd. Op uitnodiging van bisschop Pierre Warin van Namur/Namen was mgr. Woorts als bisschop-referent voor bedevaarten op 21 en 22 augustus in Beauraing vanwege de 90ste verjaardag van de verschijningen. In de avond van 21 augustus nam mgr. Woorts deel aan een Maria-wake met catechese en lichtprocessie. Op 22 augustus was hij hoofdcelebrant van de Internationale Mis (Frans en Nederlands) en leidde hij de Sacramentsprocessie met zegening van de zieken.

Maria verscheen in de winter van 1932-1933 in Beauraing aan vijf kinderen uit twee verschillende gezinnen. Tussen 29 november 1932 en 5 januari 1933 verscheen ze 33 maal. De kinderen noemden haar aanvankelijk ‘mooie dame’, zelf noemde ze zich in de latere verschijningen ‘de Onbevlekte Maagd’. Ze vroeg om de bouw van een kapel en vroeg mensen op bedevaart te gaan naar Beauraing. Haar boodschap bevatte een duidelijke oproep: “Bidt, bidt veel.”

In zijn preek tijdens de Internationale Mis stond mgr. Woorts stil bij de oproep van de celebrant ‘Verheft uw hart’ die in elke viering van de Eucharistie klinkt en waarna allen antwoorden ‘Wij hebben ons hart bij de Heer.’ Mgr. Woorts: “Die woorden zijn heel rijk aan betekenis en vragen om doorwerking in ons leven. Deze woorden raken ook aan de reden waarom Maria hier verschenen is, nu negentig jaar geleden, en waarom zij ons hier wil samenbrengen bij de Heer.”
De eerste die Jezus ontvangt is Maria, zo haalde mgr. Woorts de gelezen Evangelielezing van die dag aan. “Maria ontvangt Christus – als eerste van ons allen – in haar schoot. Maar, nog eerder, nog meer ontvangt ze Hem allereerst en bovenal in haar hart. En daarmee ontvangt Maria God zelf, Maria die haar hart bij de Heer heeft, helemaal.”
“Maria is hier in Beauraing alsook op andere plaatsen in de wereld verschenen opdat wij ons hart bij de Heer hebben. Dat is toch de diepe zin van haar oproep tot bekering!” Bij haar laatste verschijnging in Beauraing vroeg Maria aan Fernande ‘Houd je van mijn Zoon?’ en vervolgens ook: ‘Houd je van mij?’ Mgr. Woorts: “Maria stelt die vragen ook elke dag aan ieder van ons, om ons aan te sporen ons hart bij de Heer te hebben.”

Wij mogen er volgens mgr. Woorts op vertrouwen dat Maria altijd met haar hart bij ons is, zoals het hart van onze Heer Jezus altijd uitgaat en verlangt naar ieder van ons. “Maria roept ons op dat wij ons hart bij de Heer hebben en bij haar. Dat doen we allereerst door ons gebed. De heilige pastoor van Ars – die de Kerk ook in deze maand gedenkt – heeft gezegd: door het gebed wordt ons hart ruimer. Ja, door ons gebed wordt ons hart ruimer en wordt het meer en meer vervuld met de liefde, het licht van de Heilige Geest, de Heilige Geest die Christus in Maria tot leven bracht.”
In Beauraing en andere bedevaartplaatsen van Maria leggen velen hun gebeden aan haar voor, aldus mgr. Woorts: “Wij vragen haar voorspraak voor ons, zeker als we wanhopig zijn of moedeloos. Maria zal toch vooral voor ons bidden om de Heilige Geest, zoals ze dat ook gedaan heeft in Jeruzalem met de apostelen vlak voor Pinksteren. Zij bidt voor ons dat ook ons hart ontvankelijk mag zijn, elke dag weer voor de Heilige Geest. Door de Geest woont de liefde, de vrede en de kracht van God in ons hart, wordt ons geloof en onze hoop gesterkt, ja, houden wij ons hart bij de Heer maar ook bij onze naaste, vooral bij de kleinen en de zwakken.”