Theresia van Lisieux: de ‘kleine weg’ in het gezin
De R.-K. Kerk vierde op 1 oktober de gedachtenis van de heilige Theresia van het Kind Jezus, ook wel bekend als de heilige Theresia van Lisieux. Medewerker Huwelijk en Gezin Elise Bangma-Mertens wijdt daarom haar maandelijkse artikel aan deze jonge, bijzondere heilige van wie we volgens haar veel kunnen leren, ook in het gezin.
Theresia van Lisieux wordt geboren in 1873 in Frankrijk als jongste van vijf dochters. Haar ouders zijn de heilige Louis en Zélie Martin. Op 15-jarige leeftijd treedt ze in de Karmel in, waar ze op 24-jarige leeftijd overlijdt aan tuberculose. Haar leven was eenvoudig en verborgen in het klooster. En toch werd ze heilig verklaard en tot Kerklerares uitgeroepen. Dit heeft veel te maken met haar geschriften waarin de diepte van haar verbondenheid met God tot uitdrukking komt. Ze openbaarde een eenvoudige, kinderlijke relatie met God. Dit wordt ook wel haar ‘kleine weg’ genoemd. Ze liet zich hierbij inspireren door verschillende teksten uit de Bijbel, waaronder deze: “Hij riep een klein kind, zette het in hun midden en zei: ‘Voorwaar, Ik zeg u: als gij niet opnieuw wordt als de kleine kinderen, zult gij het Rijk der Hemelen zeker niet binnengaan. Wie dus zichzelf gering acht zoals dit kind is de grootste in het Rijk der hemelen’ (Matteüs 18, 2-4).”
In de ‘kleine weg’ gaat het eigenlijk om twee dingen: klein zijn en kleine dingen doen met veel liefde.
Heilige Theresia wilde van kinds af aan al niets liever dan heilig worden. Ze dacht in het begin dat ze dit zelf moest doen, maar ze wordt op allerlei manieren geconfronteerd met haar eigen onvermogen. In de Bijbel leest ze een vers uit Spreuken (vrij vertaald): “Als iemand heel klein is, dan kome hij tot Mij.” Ze begint langzaam in te zien dat ze zelf niet heilig kan worden, maar dat alleen God een mens tot heiligheid kan brengen. Ze zegt hierover het volgende: “Ondanks mijn kleinheid mag ik toch verlangen naar heiligheid. Ik moet mezelf verdragen met al mijn onvolmaaktheden. Ik heb een manier gevonden om naar de hemel te gaan langs een kleine rechte weg, die heel kort is, een heel nieuw weggetje… Ik ben te klein om de ruwe trap van volmaaktheid te beklimmen… De lift, die mij tot de hemel zal tillen, zijn uw armen, o Jezus! Daarvoor hoef ik niet groter te worden; integendeel, ik moet klein blijven. Ik moet steeds kleiner worden.” En dit is dus precies de ‘kleine weg’ die deze grote heilige voorstelt.
We worden geroepen om onszelf klein te maken, om niet te focussen op grote acties of handelingen, maar om God juist in de kleinste dingen te brengen. Zo schrijft de heilige Theresia ook over hoeveel zorg ze legt in het vouwen van servetten. Een kleine, nietszeggende taak, die ze echter met zoveel liefde en aandacht uitvoert alsof Jezus zelf komt dineren. En dit is precies wat wij in ons dagelijks leven ook kunnen doen. De ‘kleine weg’ zorgt ervoor dat we de focus niet op onszelf leggen, maar op anderen en op God. Als wij ons klein maken en ons nederig opstellen, kan God juist beter en meer door ons heen werken.
Zoals de heilige Theresia met grote liefde servetten vouwde, kunnen wij de was met grote liefde vouwen, het eten met liefde bereiden, het gras met liefde maaien, met liefde de boodschappen doen, luiers verschonen, boterhammen smeren, de auto wassen et cetera. Elke kleine daad of handeling kunnen we groot maken door de liefde. En dit kunnen we ook proberen aan onze kinderen te leren. Zij kunnen juist een groot voorbeeld voor ons zijn. Ze weten vaak dat ze geen grote dingen kunnen doen, maar zijn al blij als ze met iets kleins kunnen helpen. Zo worden mijn jongens blij van het snijden van een aardappel of het inruimen van een bord in de vaatwasser.
Laten we naar onze kinderen kijken en worden zoals zij, met een kinderlijk vertrouwen in God onze Vader; de ‘kleine weg’ volgen van de liefde.