Bisdombedevaart: Franse chanson klinkt op dag van Willibrord
Maandag 30 mei kregen de pelgrims veel van het mooie groene Ierse landschap te zien. ‘s Ochtends reed de bus door het dunbevolkte Connemara, een ongerept landschap met veengras, eeuwenoude stapelmuurtjes en mooie meren waarin de heuvels zich spiegelden. Het gebied is bovendien onderwerp van het bekende Franse chanson ‘Les lacs du Connemara’ van Michel Sardou uit 1981, die er in Nederland een Top-10 hit mee scoorde.
Toen het lied in de bus uit boxen schalde, bleek het bij de pelgrims voor veel herkenning te zorgen, al wist (bijna) niemand dat dit Franstalige lied een Iers onderwerp heeft.
In het lege landschap van Connemara trekt Kylemore Abbey de aandacht. Dit klooster was oorspronkelijk een neogotisch landhuis dat een rijke financier in 1871 liet bouwen – hij en zijn vrouw waren onder de indruk geraakt van het landschap van Connemara. Bij het landhuis hoort een fraaie Victoriaanse tuin, later werd er tevens een kerkje gebouwd. In 1920 kochten Vlaamse benedictinessen het complex. Hun klooster in Ieper was door bombardementen tijdens de Eerste Wereldoorlog vernietigd en ze zochten na de oorlog een nieuwe plek, die ze in Ierland vonden. Van 1923 tot 2010 was er in het gebouw eveneens een katholieke meisjeskostschool gevestigd. Nu werkt het klooster samen met de universiteit van Notre Dame.
In dit klooster vierden de pelgrims de Eucharistie. Vicaris Cornelissen riep in herinnering dat deze dag – halverwege de bedevaart – in het teken staat van Willibrord. Hij werd geboren in Engeland en trad in Ierland in bij de benedictijner monniken. Deze trokken er destijds veel op uit om het geloof te verkondigen in Europa en dat deed Willibrord ook: hij reisde naar de Lage Landen, Denemarken en Luxemburg. Vicaris Cornelissen: “Vandaag vieren we op zijn voorspraak, deze apostel van de Lage Landen, deze apostel van de ongedeelde Kerk. Denk aan de oproep van gisteren in het Evangelie: moge allen één zijn. Bidden wij daarom voor de eenheid onder de christenen.”
In zijn preek noemde vicaris Cornelissen de huidige trend bij mensen om onderzoek te doen naar hun stamboom. “Hier in Ierland zijn wij op zoek naar de voorouders van ons geloof in Nederland. Dan klinkt de naam van Willibrord en zijn gezellen, hij stapte in 690 als jonge monnik in een bootje en reisde naar onze streken. Ze waren met zijn twaalven, net als de eerste apostelen.”
“Willibrord sprak over de goede Boodschap en deed zelf goed, hij vertelde bij de waterputten over Christus want daar waren de mensen. Hij luisterde naar hun zorgen, doopte hen en als hij weer verder trok, liet hij een geloofsgemeenschap achter.” Waarom lukte het Willibrord wel om te missioneren en lukt het ons niet om mensen enthousiast te maken voor het Evangelie? Voor het antwoord op die vraag moeten we volgens Cornelissen kijken naar het begin: “De gedrevenheid en inzet van Willibrord vallen op, hij leefde voor zijn idealen en deed wat hij anderen voorhield. En hij had vertrouwen, zodat hij teleurstellingen kon verwerken. De wetenschap dat Christus heeft gezegd: ‘Ik ben bij je, alle dagen van je leven,’ gaf Willibrord uithoudingsvermogen. Als je zo stil staat bij zijn leven, dan wordt duidelijk waarom onze bedevaart zo belangrijk is. In het goede begin van Willibrord kunnen wij wegen vinden voor de toekomst, in het vertrouwen op Christus die altijd bij ons is. We bidden daarom: mogen we in Uw liefde blijven, met de hulp van Willibrord.”
Na afloop van de viering dankte zuster Mary uit China de Nederlandse pelgrims voor hun komst naar de abdij – ze vond de viering prachtig zo liet ze weten. De pelgrims hadden vervolgens de gelegenheid te lunchen en het terrein te verkennen: de tuinen, een deel van de abdij die als museum is ingericht en de neogotische kerk waren toegankelijk voor bezoekers.
Na het bezoek aan Kylemore Abbey stond een busrit door een tweede natuurgebied op het programma: the Burren (‘grote rots’) is een bijzonder kalksteengebied. Het rotsige terrein met veel stenen muurtjes is zeer vruchtbaar zodat er veel planten en ook dieren voorkomen. Onder de rotsen liggen bovendien duizenden grotten. Tijdens deze busrit vielen er zowaar enkele buien, tot nu was de bedevaart bijna geheel droog verlopen.
Voor Mieke de Jong uit Deventer was de coronatijd qua geloof een dorre periode, ondanks alle livestreams en andere online initiatieven. Ze was dan ook bijzonder blij dat de bedevaart naar Ierland na twee jaar vertraging nu kon doorgaan. “De Herder brengt je naar grazige weiden,” zo zegt ze, “en dat maak je hier in Ierland echt mee. Dat is na de woestijn van de coronatijd fijn om te ervaren.” De gesprekken met medepelgrims zijn daarbij belangrijk, merkt ze. “Het is mooi dat tijdens de bedevaart gesprekken gevoerd worden waar je de tijd voor hebt, we kunnen veel delen met elkaar. Het is belangrijk dat mensen naar elkaar luisteren, dat je gehoord wordt en dat je je verhaal kwijt kunt. Dan gaat het niet zozeer om een oplossing, maar de herkenning van je situatie is vaak al genoeg.”
De Jong ging al vaker mee met een bisdombedevaart. “Zo’n bedevaart is steeds weer een bad van geloof, hoop en liefde. Dit keer staan drie heiligen centraal: St. Patrick, Willibrord en St. Brigida. En natuurlijk op de slotdag de heilige pater Karel Houben uit Munstergeleen die in Dublin woonde. Dat is voor mij als Limburgse uit Heerlen extra leuk.”
Willibrord missioneerde in de Lage Landen, een missionaire Kerk zijn is in deze tijd een opgave die met vallen en opstaan gaat. “De basis is altijd het geloof, bidden, de Eucharistie en wat je ontvangt aan liefde en enthousiasme. Van daaruit kun je verder bouwen. Vertrouw op de Heilige Geest en laat die Zijn werk doen.” Mieke de Jong ervaart in haar taken binnen de parochie dat je voortbouwt op het werk van je voorgangers, waarbij je je eigen talenten inzet. “En op jouw werk bouwen anderen weer verder.”