Kardinaal Eijk en mgr. Woorts nemen deel aan Stille Omgang
De Stille Omgang (19-20 maart) in Amsterdam vond dit jaar in compacte vorm plaats. Door de recente versoepelingen van de coronamaatregelen kon er meer dan aanvankelijk was gedacht, maar voor de organisatie was het niet mogelijk om in korte tijd naar een ‘normale’ invulling van de Stille Omgang toe te werken. De Stille Omgang trok zo’n 400 tot 500 deelnemers, kardinaal Eijk vierde de Mis in de Begijnhofkapel en mgr. Woorts vierde de Eucharistie in de St. Nicolaasbasiliek.
In de St. Nicolaasbasiliek was ook een groep van zo’n vijftig pelgrims uit Heerhugowaard die om 8.30 uur te voet waren vertrokken naar Amsterdam. Ook uit Utrecht was een groep te voet naar Amsterdam gegaan voor de Stille Omgang, onder wie mgr. Mutsaerts.
Kardinaal Eijk stond in zijn preek stil bij de Evangelielezing, waarin Jezus Zichzelf ‘het brood dat uit de hemel is neergedaald’ noemt. De Utrechtse aartsbisschop verbond dit met het Eucharistisch wonder waarop de Stille Omgang is gebaseerd: “Vandaag vieren we dat dat brood uit de hemel op 15 maart 1345 neerdaalde bij een zieke man, die in de Kalverstraat woonde. De man moest zijn voedsel en de hostie uitbraken. De vrouw die voor hem zorgde, wierp het braaksel met de hostie in de open haard. Toen de haard de volgende morgen was uitgegaan, trof zij de ongeschonden hostie aan te midden van de as. Ze bracht de hostie naar de pastoor van de Oude Kerk. Echter, de hostie keerde de volgende dag terug in het huis van de zieke. Dit gebeurde nog tweemaal. Het was voor alle betrokkenen duidelijk dat hier sprake was van een eucharistisch wonder. Men zag in dat Christus, het brood dat uit het de hemel is neergedaald, overduidelijk bij de zieke wilde blijven om hem te sterken. De Amsterdamse bevolking wilde Jezus daarvoor bedanken en Hem hulde brengen. Dat deed zij door een jaarlijkse processie met het Allerheiligste, via dezelfde route als wij straks lopen tijdens de Stille Omgang.”
Door de Reformatie ging dit geloof wankelen, waarna de processie eeuwenlang niet publiekelijk mocht worden gehouden. “Enkele trouwe katholieken bleven echter in de 17de en 18de eeuw de route van deze processie lopen, maar dan in stil gebed. Wij leven in een tijd waarin helaas opnieuw veel katholieken hun geloof verloren zijn in de Eucharistie als het brood dat uit de hemel is neergedaald, als het sacrament waarin de Heer onder de gedaanten van brood en wijn werkelijk tegenwoordig is. … Daarom is een bijzondere intentie waarvoor we tijdens de Stille Omgang moeten bidden, dat wij zelf het geloof behouden in Christus als het brood dat uit de hemel is neergedaald. En dat het mag terugkeren bij hen die dit geloof verloren zijn, en dat vele anderen het geloof in Christus als het brood dat uit de hemel is neergedaald mogen leren kennen en omarmen.” Kardinaal Eijk beval daartoe ook het bidden van de Rozenkrans aan tijdens de Stille Omgang.
Mgr. Woorts verwees in zijn preek onder meer naar de oorlog in Oekraïne: “Vanavond – nu wij voor de Stille Omgang bijeen zijn – komt er wellicht op steenworp afstand hier weer een trein aan met vluchtelingen uit Oekraïne, zoals eerder vandaag en de afgelopen dagen.” Wellicht hebben de vluchtelingen, naast de weinige kleding, ook kleine dingen kunnen meenemen die voor hen heel kostbaar zijn en die hen hopelijk ook troost en houvast geven, aldus mgr. Woorts. Hij noemde voor hemzelf als voorbeelden van zulke persoonlijke voorwerpen “twee kleine ronde doosjes van zilver met een laagje van goud van binnen. Die doosjes zijn voor de sacramenten van de ziekencommunie en de ziekenzalving.”
Naar aanleiding van het eucharistisch wonder in Amsterdam ging de Utrechtse hulpbisschop in op het belang van de ziekencommunie alsook de ziekenzalving en de kracht die deze schenken: “Zeker als iemand stervende is, dan is het ontvangen van deze sacramenten zeer intens en een moment van diepe vrede, zeker ook als hij of zij heeft kunnen biechten en de vergeving van de Heer door de absolutie heeft ontvangen. Dan klinken de woorden van onze Heer Jezus van zojuist helemaal troostrijk: ‘Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet zal hij leven in eeuwigheid’.”
Velen hebben in de loop der eeuwen de Eucharistie met hun leven verdedigd en ook in de huidige tijd is het lang niet voor alle christenen mogelijk om de Eucharistie in vrede en veiligheid te vieren, zo benadrukte mgr. Woorts. “Jezus heeft beloofd dat Hij voor ons een plaats zal bereiden in het Huis van de Vader. Hij is ons voorgegaan – door lijden en sterven heen – naar de hemelse stad Jeruzalem. Daar zal eeuwige vrede zijn dankzij Christus zijn. De Eucharistie is daarvan de voorsmaak; daarom ook is de H. Communie het aller kostbaarste dat wij ontvangen en brengen naar zieken, omdat God daarin tot ons komt.”