Home

 

 

Aanvraag

 

 

Contact

 

Kloosterweekend januari 2014

In het weekend van 10-11-12 januari jl. zijn we met 8 leerlingen van de Rientjes Mavo uit Maarssen naar het Franciscanenklooster in Megen geweest. Daar hebben we een zogenaamd meeleefweekend meegemaakt. In dat weekend verbleven we in het 17de eeuwse Minderbroederklooster en leefden we mee met de dagorde van de broeders. Het weekend is financieel mogelijk gemaakt door een unieke subsidie van R.K. Jeugdfonds.

Hieronder een aantal reacties van leerlingen.

Over de verwachtingen die zij hadden

  • “Wow die broeders zijn eigenlijk best modern. Ze hebben internet, wifi en een mobiel. En ik had niet gedacht dat je zo met de broeders kunt lachen.”
  • “Het viel mij ook op dat veel broeders nog een baan of echt een hobby hadden. Buiten hun kloosterleven zitten ze ook gewoon op een sport, er was zelfs een broeder die op waterpolo zat.”
  • “De broeders waren heel open. Zij vertelden van alles over het klooster en ik kon ze ook veel over het klooster vragen. Dat had ik niet verwacht. Ik dacht dat ze heel afstandelijk zouden zijn.”
  • “Voor mijzelf had ik rust verwacht in het klooster. Die heb ik wel gevonden, vooral als we gingen bidden. Het was erg bijzonder dat wij de eerste groep waren die echt samen stil kon zijn.”
  • “Mijn doel van het verblijf in het klooster was dat ik hier mijn rust zou kunnen vinden. Om zo de dingen weer een beetje op orde te kunnen krijgen. Dat ik even nergens over na hoefde te denken. Ik wilde met het verblijf in het klooster een nieuwe start maken in mijn leven. Ik wil een vervelende tijd van mijn leven achter mij laten en met goede moed weer verder gaan. Een van de broeders heeft mij hier bij goed geholpen.”
  • “Je komt echt tot rust doordat je niet de hele tijd met je telefoon bezig kunt zijn, hierdoor maak je ook heel bewust mee wat ze daar doen.”

Over Franciscus zeiden leerlingen

  • “Ik vond Franciscus eerst een beetje een egoïst lijken en een opschepper. Toen ik wat later de film over zijn leven bekeek, bleek hij heel veel om de armen te geven en een eerlijk en open mens te zijn. Ik zag ook dat het hem beter deed om de armen te helpen en zelf een klooster stichten.”
  • “Ik vond Clara heel goed. Zij gaf haar rijke leven op om voor de armen te zorgen. Ik denk ook dat Clara wat heeft veranderd in Franciscus zijn leven. Eerst was Franciscus de leider. Maar toen Clara in zijn leven kwam, had hij minder te doen. Dus kon hij weer verdere reizen met zijn volgers maken. Hij had zijn idealen nog wel iets kunnen gaan uitbreiden door het groots aan te pakken. Nu trok hij de hele tijd rond. Als ik hem was geweest dan was ik op een goede plek gebleven om daar een klooster voor zusters en broeders te stichten.”

Over het verblijf

  • “De broeders zijn mannen die één zijn met elkaar en met God. Ik vond dat je dat wel kon merken dat dat belangrijk was. Er was rust in hun leven en ze wonen bij elkaar. Maar er zijn ook gasten. Die bidden mee in de gebedsruimte of in de kerk. Ik vind dat wel een goed doel. Het is niet mijn doel. Zij hebben steeds hetzelfde doel. Ik verander steeds van doel tot ik mijn doel bereikt heb. En zoals ik hun doel opvat, gaat dat doel voor eeuwig door. Mijn doel is nu om naar de HAVO te gaan en als ik dat bereik dan heb ik weer een ander doel.”
  • “We moesten allemaal iets meenemen en daar een persoonlijk verhaal over vertellen. Ik weet het verhaal van Willeke nog. Zij had een dagboek meegenomen waar ze bijna elke dag in schreef. Willeke is erg ziek, ze heeft leukemie. Als zij er niet meer is kunnen haar ouders haar dagboeken lezen. Daarom schrijft ze alles op. Dan weten zij hoe ze dacht en wat ze deed. Ik vond het verhaal van Willeke heel mooi en heb het ook zeker goed opgeslagen in mijn hoofd.”

De leerlingen deden mee met de verschillende gebeden.

Over de aanbidding van het Allerheiligste

  • “Maar op zaterdag, die 21 minuten stilte vond ik wel bijzonder. Ik dacht echt 21 minuten lang aan niks en voelde mij helemaal leeg. Ik werd een soort van opgeruimd en ik had het gevoel dat ik opnieuw kon beginnen. Ik ben echt zo blij dat ik dat heb gedaan. Door dit weekend ben ik gaan nadenken over van alles en nog wat. Ik vind het tot nu toe helemaal het belangrijkste weekend van mijn leven.”
  • “Het is mij gelukt om 21 minuten stil te zijn. Dat kostte mij geen moeite, want ik vond het eigenlijk best makkelijk. Het was eigenlijk voorbij voor ik het wist.”

Ochtendgebed

  • “Het ochtendgebed maakt je ook helemaal wakker. Je realiseert je dan heel bewust dat het weer ochtend is.”
  • “Ik vind deze manier van het starten van de dag een hele mooie manier. Zo begin je de dag met structuur en ik vind het een goed moment om je hoofd leeg te maken. Het is zonder stress over van alles en nog wat.”
  • “Gewoon vragen of de dag goed mag gaan verlopen enz. Ik vond deze manier van de dag starten wel fijn eigenlijk. Je hoeft niet te stressen. Je bent even rustig. Ik ging nadenken over wat er allemaal die dag zou kunnen.”

Middaggebed

  • “Ik vind het best logisch dat je het doet. Want je dankt God eigenlijk voor de maaltijd die je die middag weer krijgt. Ik heb met alles meegedaan: zingen en de stukjes voorlezen, maar ik had er ook echt een gevoel bij. Ik dacht eraan dat heel veel kinderen geen middageten hebben of vies drinkwater. Dat raakt je best wel.”
  • “Ik denk dat het doel van het middaggebed is te bedanken voor het heerlijke eten dat we krijgen. Ik heb wel geprobeerd om mee te doen, maar het lukte niet altijd. Als het niet lukte, luisterde ik gewoon aandachtig. Ik vind de rust in de middag wel fijn. Daar word je zelf ook wat rustiger van en kan je weer energie opladen.”

Avondgebed

  • “Ik vond deze manier van de dag afsluiten wel een beetje apart. Ze zeiden bijvoorbeeld: Geef deze dag terug aan God. Ik vond dat een beetje raar want in principe heb je de dag al geleefd, dus kan je hem niet terug geven. Zo van: We hoeven hem niet meer. Ik snap wel dat de nacht op deze manier gestart wordt. Dan kun je rustig zonder veel zorgen gaan slapen.”
  • “Ik heb de momenten van gebed en de vieringen als heel bijzonder ervaren. Vooral omdat ik zelf helemaal niet gelovig ben opgevoed en dus ook eigenlijk nog nooit zoiets had meegemaakt. Het maakte heel veel indruk om me, hoe al deze mensen die allemaal geloven, zo samen met elkaar bidden en steun hebben aan het geloof.”
  • “Een avondgebed was ook in de kapel. Fijn, want dan kon ik vragen of God mijn zonde die ik vandaag gedaan heb, wil vergeven. En de broeders zeiden dat het was om de nacht te vieren. Ik vond het wel vreemd, want waarom zou je de nacht moeten vieren?”
  • “Wat zou morgen weer brengen? De nacht wordt dan gestart. Maar voor mijzelf is het meer een afsluiting van de hele dag.”

Aanbidding met de monstrans

  • “Dat duurde 21 minuten en het was al die tijd stil. Ik ben echt compleet tot rust gekomen en het gaf me en echt een goed gevoel. Die stilte maakt dat we met zijn allen bij Jezus stil staan. Want de monstrans moet het lichaam van Jezus voorstellen. Ik heb het ervaren dat ik erg tot rust kwam en ik kon nog wel langer stil zijn. Dat had ik niet verwacht.”
  • “Ik heb zelf in deze 21 minuten gemediteerd en een aantal mensen herdacht die ik in mijn leven ben verloren. Ik vind het een mooi rustmoment omdat je nu weer even alle dingen van de dag opzij kan zetten. Je hoofd kan weer helemaal tot rust komen. Daarna kun je weer verder gaan met waar je mee bezig was.”
  • “Tijdens het gebed werd ik ook wat rustiger. Ik voelde me wel goed tijdens het gebed. Je vergeet eigenlijk alle vervelende dingen en je kijkt gewoon veel positiever.”

Conclusie

  • “Het klooster heeft me rustiger gemaakt. Je hoeft je niet overal zorgen om te maken.”
  • “Ik vind dat je heel veel van een kloosterbezoek kunt leren. Ook vind ik dat je er rustig van wordt. Als je uit het klooster gaat, moet je weer wennen aan de drukte. Het is ook zo dat je iedereen eigenlijk dankt voor alles wat er die dag gebeurd is en dat vind ik eigenlijk het belangrijkste, daar kan geen reden bovenop.”
  • “Het kloosterweekend heeft me geleerd dat je aardig tegen elkaar moet doen en vrede moet brengen. Ik zal nooit vergeten dat de monstransstilte mij heel veel rust gaf en dat ik toen zo erg tot rust ben gekomen. Die stilte heeft 21 minuten geduurd daarover zou ik wel willen blijven vertellen. We hebben elkaar ook verhalen verteld aan de hand van een voorwerp. Ik wist eigenlijk niet echt veel van de anderen die meegingen. Maar ik heb wel meer begrip voor mensen gekregen door hun verhaal. Ik vond het een heel mooi en leerzaam weekend. Ik ben heel dankbaar dat ik de kans kreeg om dit mee te maken.”
  • “Ik vond onze eigen groep zo bijzonder omdat in dit weekend niemand vooroordelen over elkaar had. Dat gebeurt wel op school. Iedereen ging respectvol met elkaar om. Ik vond het heel bijzonder dat iedereen aandachtig luisterde naar de verhalen bij de persoonlijke voorwerpen. Iedereen was heel stil en aandachtig en luisterde naar elkaars verhaal. Dat maakte veel indruk op mij omdat ik het gevoel heb dat er in het gewone leven op school niet echt door andere kinderen naar mij geluisterd wordt.”
  • “Ik denk dat het leven in een klooster bij de broeders wel wat voor mij zou kunnen zijn. De sfeer vond ik heel fijn en het was fijn dat niemand eigenlijk een oordeel over iemand had, wat in het gewone leven voor mijn gevoel bijna altijd zo is. Ik vind het leven in een klooster wel een goede manier van leven omdat je samen leeft met mensen die hetzelfde over het leven denken. En zo gaan ze ook veel op elkaar lijken. Als je leeft in een klooster dan zorg je meestal voor anderen die het minder hebben en dat vind ik een heel mooi gebaar.”
  • “Het klooster heeft mij meer geleerd over het geloof en het leven als broeder. Ik heb in het klooster geleerd om goed mijn rust te pakken in bepaalde momenten van de dag. Uit het klooster neem ik mijn rustmomenten mee, die ik daar had en nu voortzet in het gewone leven. Ik zal blijven vertellen over de 21 minuten stilte die veel indruk op me maakte. Het weekend heeft me meer tot rust laten komen. Ik kon mij de dagen na het klooster heel moeilijk weer in de gewone maatschappij mengen. Ik heb hieraan kunnen wennen door de rustmomenten die ik in het klooster had, thuis een beetje door te zetten. Ook al doe ik dit, ik mis de structuur die ik in het klooster wel had. Ik mis heel erg hetgene dat niemand een oordeel over iemand heeft, wat op school meteen op me af kwam. En eigenlijk zou je iedere ochtend moeten denken als je opstaat: ik moet toch maar blij zijn dat ik er ben.”
  • “Het leven in een klooster zou niets voor mij zijn. Ik zou niet apart willen leven van elkaar. Ik zou niet dag in en uit kunnen bidden. Ik wil gewoon een gezin en een leuke baan, later.”
  • “Het kloosterleven heeft mij wel bijgebracht dat je van het leven moet genieten. En ik zal meenemen dat je blij mag zijn, dat je er bent en iedereen gelijk is aan elkaar. Ik zou nog willen vertellen over de stiltemomenten. Je denkt dat het heel moeilijk is maar eigenlijk valt het best mee. Het gaat sneller dan je denkt. Je bent niet echt met de tijd bezig. Met mijn innerlijk heeft dit weekend bijgebracht dat je niet snel conclusies moet trekken.”
  • “Ik vond het wel heel raar om te zien hoe anders zij eigenlijk leven. Zo anders dan iedereen. Het leven was zo anders met veel minder stress. Ik ben vaak wel druk en snel afgeleid. Daar kan je wel meer rust bij nemen. Dat mis ik wel die rust. Die is er veel meer dan thuis.”