Zr. Pascale Fourmentin ontvangt abdiszegen
Zr. Pascale Fourmentin, de nieuwe abdis van Abdij O.L.Vrouw van Koningsoord te Arnhem, ontving tijdens een Eucharistieviering op 20 november de abdiszegen uit handen van kardinaal Eijk. De trappistinnen van Koningsoord hadden haar op 7 oktober tot abdis gekozen voor een termijn van zes jaar. In 2016 verrichtte kardinaal Eijk al de zegening van de abt van de St. Willibrordsabdij (Slangenburg) in Doetinchem en van zr. Julian tot abdis van Koningsoord – zij is gestopt omdat ze 75 jaar werd. In zijn inleidingswoord zei kardinaal Eijk dan ook dat “als ik het nou nog niet kan, ik het ook wel nooit zou leren.”
In zijn preek noemde de Utrechtse aartsbisschop de abdiszegen “ook voor mij als wereldheer een goede aanleiding om me eens te verdiepen in de taak en de opdracht van een abdis. En omdat het hier gaat om een klooster van Trappistinnen, Cisterciënzer zusters van de strenge observantie, ben ik gedoken in de regel van St. Benedictus, die ook voor Cisterciënzers de basis vormt van hun religieuze leven.”
Gehoorzaamheid
Hij ging in zijn preek met name in op het begrip ‘gehoorzaamheid’, dat in de huidige hyper-individualistische cultuur niet populair is. De Benedictijnse gehoorzaamheid is echter van een andere orde: “Gehoorzaamheid aan de abdis houdt uiteraard ook in dat de monialen in de abdij haar leiding aanvaarden. Maar dat vloeit voort uit de veel diepere betekenis die in het Benedictijnse begrip gehoorzaamheid gelegen is. In dit woord zit het woord ‘horen’, zoals trouwens ook het geval is bij het Latijnse woord dat Benedictus ervoor gebruikt in de oorspronkelijke tekst van de regel. Gehoorzaamheid is voor Benedictus een deugd in de zin van het duurzame vermogen om te horen. En wat dan te horen? Te horen wat er in het diepste innerlijk van God en onze medemens omgaat, wat hen innerlijk beweegt, wat hun verlangens zijn. Een zuster doet uiterlijk wat de abdis van haar vraagt, omdat zij naar haar innerlijke beweegredenen kan luisteren. Tegen deze achtergrond kunnen we begrijpen wat Benedictus bedoelt als hij in zijn regel schrijft dat de abdis die zusters meer liefheeft die een hogere graad van gehoorzaamheid bezitten. Liefde vooronderstelt dat we bereid en in staat zijn te horen of op te vangen wat in het innerlijk van onze medemensen omgaat.”
Benedictus ontleent deze betekenis van gehoorzaamheid rechtstreeks aan Christus. Jezus zelf is het Die op de eerste plaats luistert en wel naar het innerlijk verlangen van zijn Goddelijke Vader, zo memoreerde de kardinaal. “De abt vertegenwoordigt voor de monniken Christus en de abdis doet dat ook; in een aantal moniale gemeenschappen vertegenwoordigt de abdis Christus via Maria, die als geen andere mens geluisterd heeft naar Gods diepste verlangen, toen haar gevraagd werd de moeder van zijn Zoon te worden. Zo leren we via de abt en de abdis, onze bijzondere leraren in het geloof, te luisteren naar Christus en de binnenkant van zijn Woord te verstaan.”
“Maar dit is wederzijds, want de abdis moet van haar kant ook horen wat er leeft in het innerlijk van haar zusters. Ook in dit opzicht is de deugd van de Benedictijnse gehoorzaamheid vereist. Belangrijk is hier dat de regel van Benedictus voorschrijft dat de abdis ‘al wat goed en heilig is meer nog met daden dan met woorden duidelijk maakt’ (II,12). Zuster Pascale, dit zult u straks bij de abdiszegen ook uitdrukkelijk beloven. Als abdis zult u in uw manier van leven en zijn de deugd van het horen naar het innerlijk van uw zusters en anderen en vooral dat van God in praktijk brengen en zo deze vorm van gehoorzaamheid voorhouden.”
Geloofsverdieping
Deze gehoorzaamheid draagt ook vrucht buiten de kloostermuren: “Kloosters trekken – niet zelden als een magneet – de belangstelling van overtuigde christenen, mensen die hun relatie met Christus zijn kwijtgeraakt en mensen die Hem helemaal niet kennen. Door het specifieke Benedictijnse begrip van gehoorzaamheid voor te leven, kunnen de zusters medemensen helpen om ook te leren horen wat er in het innerlijk van God omgaat en daardoor Jezus, het mens geworden Woord van God, te verstaan. Zo vervullen Benedictijnse kloosters bij de geloofsverdieping en de (re-)evangelisatie van onze streken een belangrijke rol.”