Oktober 2019

Mount Argus

Afgelopen zaterdag 5 oktober gaf ik een lezing voor een kleine vijftig Ierse artsen in Dublin. Bij deze gelegenheid was ik ondergebracht in Mount Argus, een klooster van Passionisten ook in Dublin, waar een passionist van Nederlandse afkomst een grote rol heeft gespeeld en nog steeds heeft.

Het betreft Andreas Houben, die in 1821 is geboren in het Zuid-Limburgse Munstergeleen. In 1845 trad hij in bij de Passionisten in België, waar hij de kloosternaam ‘Karel van Sint Andries’ kreeg. Na zijn priesterwijding in 1850 werd hij eerst naar Engeland en vandaar naar het klooster Mount Argus in Dublin uitgezonden.

Op het oog was pater Karel, ‘father Charles’ voor de Ieren, een onopvallende, stille en ingetogen man. Zijn oversten lieten hem nooit de Heilige Mis aan het hoofdaltaar celebreren, omdat hij door gebed en meditatie tijdens een viering nogal eens in gedachten verzonk, waardoor de Mis wel erg lang duurde. Een groot predikant was hij niet.
Maar hij was toch de meest gezochte priester van Mount Argus. Dat kwam doordat op zijn gebed diverse mensen door God genezen zijn, onder wie twee doodzieke patiënten. Hij stond daarom bekend als ‘de man met de helende handen’. In Munstergeleen woont een man die op de voorspraak van pater Karel van een ernstige darmaandoening is genezen. Ik heb hem eenmaal ontmoet. Dat was bij de jaarlijkse gedachtenisviering op 5 januari 2013. Bij deze gelegenheid vindt in de lokale parochiekerk een plechtige Eucharistieviering plaats en wordt een processie gehouden naar een devotiekapel, in de Limburgse vakwerkhoeve waar hij is geboren.

Zijn zaligverklaring op 16 oktober 1988, een snikhete dag, op het St. Pietersplein heb ik bijgewoond samen met een delegatie van het bisdom Roermond. Ik was toen priester van dit bisdom en studeerde op dat moment in Rome. Op 3 juli 2007 heeft paus Benedictus XVI pater Karel heiligverklaard. Hierbij waren de toenmalige minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin aanwezig en de staatssecretaris voor Europese zaken Frans Timmermans.

De passionist die mijn gastheer was en tevens geestelijk adviseur van het Ierse netwerk van katholieke artsen dat me had uitgenodigd, liet mij fier de kamer zien waar pater Karel 35 jaar lang heeft gewoond. Het kloostergebouw waar hij verbleef, werd voor het kleine groepje passionisten dat was overgebleven te groot. In 2008 is het verkocht aan een projectontwikkelaar en ernaast is een nieuw kleiner klooster opgetrokken, waar betere zorg kan worden geboden aan oudere passionisten die zorgbehoeftig zijn. De grote kloosterkerk van Mount Argus is gelukkig behouden als parochie- en bedevaartskerk. Hier bevindt zich in het rechter transept zijn graf. Veel Ieren komen hier nog steeds op bedevaart. Zij zijn hem ruim 120 jaar na zijn dood nog niet vergeten.
Door de economische crisis kon de projectontwikkelaar met het oude klooster niets beginnen en bleef het elf jaar leegstaan. Nu is er een nieuwe eigenaar, die er studentenkamers in wil aanbrengen. Maar de nieuwe eigenaar blijkt heel positief te staan tegenover het behoud van de kamer van pater Houben. Deze blijft intact. Het is een kleine kamer van drie bij vier meter, met een kleine open haard, want centrale verwarming was er niet in de tijd van pater Houben.

Hij stierf in 1893. De overste van het klooster berichtte dat aan zijn zuster die hij op dat moment 50 jaar lang niet gezien had. Toen hij afscheid nam van zijn familie was zij veertien jaar oud. De overste schreef dat hij was gestorven als een heilige. Hij stierf echter niet alleen als een heilige, maar hij leefde ook als een heilige. Meestal sterven mensen, zoals ze ook leefden: met dezelfde houding, karaktereigenschappen en geloof en vertrouwen in God (al komen uitzonderingen voor).
Pater Karel kon niet voor iedereen op zijn gebed genezing verkrijgen. Maar mensen ontvingen door zijn gebed van God wel heel veel kracht en moed om hun lijden te dragen. Pater Karel was een eenvoudige en niet erg getalenteerde priester. Toch gaf God juist hem de gave van de gebedsgenezing: “wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren, om het sterke te beschamen, wat voor de wereld van geringe afkomst is en onbeduidend, heeft God uitverkoren” (1 Kor. 12-28).