Mauricio Meneses Santiago diaken gewijd
Kardinaal Eijk heeft op 6 mei in de St. Catharinakathedraal te Utrecht Jesús Mauricio Meneses Santiago tot transeunt diaken gewijd. Mauricio Meneses Santiago kwam enkele jaren geleden vanuit Colombia naar Nederland. Uit de twee parochies waar de wijdeling stage heeft gelopen, waren parochianen per bus naar Utrecht gereisd om de viering bij te wonen. Op 11 november zal Meneses Santiago samen met Ronald den Hartog priester gewijd worden. Den Hartog studeert aan Bovendonk (voor ‘late roepingen’), zijn diakenwijding is op 21 mei.
Kardinaal Eijk verwees in zijn inleidend woord naar het geboorteland van Mauricio Meneses Santiago: “Wat je van ver haalt is goed, zeggen ze weleens. Dat geldt voor koffie uit Colombia, maar blijkbaar ook voor priesterkandidaten. In korte tijd heb je je onze taal, wel ‘het Chinees van West-Europa’ genoemd, op bewonderenswaardige wijze eigen gemaakt en je ingeleefd in onze cultuur en gewoontes. Het is voor ons aartsbisdom en voor mij als bisschop persoonlijk een grote vreugde dat jij vandaag te midden van ons allen de diakenwijding ontvangt en daarmee ook geïncardineerd wordt in ons aartsbisdom. Wij zijn God bijzonder dankbaar dat Hij jou op onze weg gebracht heeft en dat jij gekozen hebt om diaken en over enkele maanden ook priester voor ons aartsbisdom te willen worden.”
In zijn preek stond kardinaal Eijk stil bij de eerste lezing die de wijdeling had gekozen: het roepingsverhaal van Jeremia. “Hij moet aan koningen, edellieden, priesters en profeten namens God zeggen dat zij zich aan het verbond met Hem moeten houden. En dat valt Jeremia niet mee,” aldus de Utrechtse aartsbisschop. Gods antwoord is duidelijk: “Voordat ik u in de moederschoot vormde, koos ik u uit, voordat u geboren werd, bestemde ik u voor Mij, als profeet voor de volken heb ik u aangewezen.”
Kardinaal Eijk: “Jeremia mag dan vanaf de moederschoot zijn voorbestemd om profeet te worden, hij sputtert toch tegen: ‘Ik kan niet spreken en ik ben te jong’.” Daarin kan Mauricio, die niet in zijn moedertaal kan spreken, zich herkennen. “Wij hebben er alle vertrouwen in dat je daarin zult slagen, maar wij begrijpen dat jij hierin een bijzondere uitdaging ziet, waardoor je een grote verwantschap voelt met de jonge Jeremia.”
En daar komt bij dat het verkondigen van het christelijk geloof in Nederland op zich in de laatste halve eeuw al een bijzondere uitdaging is. Dan dringt zich nog een vergelijking met Jeremia op: deze profeet boekte zijn hele leven geen enkel succes. Veel Nederlanders bekeren zit er vermoedelijk niet in, aldus de kardinaal. “Maar er zijn in onze parochies nog altijd mensen die vurig hopen en bidden dat God hier of in andere landen mensen vanaf de moederschoot bestemt om hen als diaken of priester nader tot Christus te brengen.”
Na de lunch en receptie waar de wijdeling gefeliciteerd kon worden, was er een bijeenkomst voor de leden van de diocesane gebedskring om roepingen. Rector Kuipers van de Utrechtse priesteropleiding het Ariënsinstituut heette hen welkom. “Het is dit weekend Roepingenzondag, deze wijding is mede een vrucht van uw gebed, als diocesane gebedskring. Maar het is uiteindelijk niet aan ons. We kunnen nog zoveel brochures maken en materiaal uitbrengen, het gaat om de roepstem van de Heer. Die behoeft wel een gunstig klimaat en daarvoor is gebed belangrijk – gebed om arbeiders voor de oogst. Daarom ben ik blij met uw komst en met uw inzet voor de gebedskring.”
Mauricio gaf vervolgens een getuigenis – verluchtigd met foto’s en video’s. Daarin bevestigde hij dat het initiatief voor de priesterroeping van God komt. “God heeft een plan met ieder van ons,” zo zei de pasgewijde diaken. “De roeping is en blijft een mysterie, maar het betekent in ieder geval het geven van een onvoorwaardelijk jawoord aan iets dat groter is dan jij. Onze roeping begint in en vanuit God.”
Hij mist het Colombiaanse eten, zo vertelde hij, maar kreeg daar ook veel voor terug zoals de haring en de frikandel. Hij lichtte zijn lange naam toe (de achternamen van zijn vader ‘Meneses’ en zijn moeder ‘Santiago’). Ook vertelde hij over zijn gezinssituatie: drie zussen en twee broers, zijn moeder en jong gestorven vader. De tijd na het overlijden van zijn vader was zwaar, “maar ik voelde dat God ook steeds nabij was.” Op zijn 17de ging hij naar de hoofdstad Bogota, voor zijn studies theologie en filosofie aan de universiteit. In 2014 kwam hij op verzoek van de orde waartoe hij inmiddels behoorde naar Nederland.
Mauricio was vanaf zijn vijfde misdienaar en later koster. Het verlangen naar het priesterschap voelde hij al jong, maar lange tijd hield hij dit voor zich. Het was pater Ivan Garzon o.p. die Mauricio uitnodigde voor een oriëntatieweekend op het seminarie. “En daar werd ik verliefd, op het leven als seminarist. Ik gaf God toen mijn jawoord: ‘Hier ben ik.’ Zo begon mijn religieuze leven en kreeg God Zijn zin.”
Mauricio werkte als religieus in Colombia met kinderen met HIV, bezocht gevaarlijke buurten in Bogota en afgelegen plekken. Toen de vraag kwam om naar Nederland te gaan, wist hij weinig van zijn bestemming. “Maar vroeger zijn veel Nederlandse missionarissen naar Colombia gegaan en ik wilde wat terugdoen.” De Nederlandse taal met de harde g bleek uiteindelijk het lastigst. Ook het vertrek van zijn drie medebroeders in de loop der jaren was moeilijk. “Ik heb echter gekozen om te blijven. Dat was geen makkelijke keuze. Maar ik wil trouw zijn aan mijn roeping. En ik voel me blij. Nederland heeft mijn hart gestolen en ik voel me hier thuis. Mijn roeping is een initiatief van God, ik ben hier niet voor niets. Ik ga door met deze missie die God aan mij heeft toevertrouwd.”