Aartsbisdom > Nieuws > Willibrordprocessie 2008 tijdens Uitfeest

Willibrordprocessie 2008 tijdens Uitfeest

In de Utrechtse binnenstad werd op 14 september de zesde Willibrordprocessie van deze eeuw gehouden. Tegelijkertijd was het voor de gelegenheid autoloze centrum van de stad het décor van het jaarlijkse Uitfeest: een mooi contrast. De processie werd in het jaar 2002 voor het eerst gehouden, toen de Binnenstadparochie Utrecht de eerste Nederlandse parochie was die gebruik maakte van de opheffing van het zogenaamde processieverbod.

De processie startte bij het standbeeld van St. Willibrord op het Janskerkhof en trok over het Domplein (waar St. Willibrord het eerste kerkje van St. Maarten herstelde en de eerste bisschopskerk bouwde, toegewijd aan Christus de Verlosser) naar de kathedraal St. Catharina in de Lange Nieuwstraat. Daar werd een plechtige vespers gevierd. In de processie zijn het Evangelieboek en de schrijn met de relieken van St.Willibrord meegedragen. Mensen droegen een zonnebloem mee, om het motto ’Geloven mag gezien worden’ visueel kracht bij te zetten.

Mgr. W.J Eijk, aartsbisschop van Utrecht, leidde de processie en was tevens de celebrant van de vespers, waarbij hij de homilie verzorgde. Daarin ging de aartsbisschop onder meer in op de betekenis van de waterbronnen en putten die Willibrord volgens biografen zou hebben ontdekt dan wel geslagen. Mgr. Eijk: “Die bronnen van Willibord hebben een diepe betekenis: tegenover de natuurverering van onze heidense voorouders, bijvoorbeeld van heilige bomen, stenen en water als levensbron, stelde Willibrord Christus als de enige en eeuwige bron voor een goed Gods- en mensbeeld. Zoals God het wil, heeft Willibrord ons tot die bron gebracht, van harte, zonder dwang, maar dwang ook niet schuwende waar het om mensonterende situaties ging, met toewijding en niet uit winstbejag. Het is die bron van Gods liefde waaruit allen zonder uitzondering de kracht nodig voor hun leven mogen putten. Het is nu in 2008 onze taak om voor medemensen in onze tijd, van wie velen tot een soort neoheidendom zijn vervallen, die bron bekend en toegankelijk te maken.”

Foto: Hans Kraak